Voedingsgebruik leren: Gezonde voeding
De Schijf van Vijf
Vijf vakken, vijf regels
Het eten en drinken van gezonde producten levert de voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam gezond te houden. Elk product bevat verschillende voedingsstoffen in wisselende hoeveelheden. Door gevarieerd te eten, is de kans het grootst dat je voldoende van alle voedingsstoffen binnen krijgt. Eten uit alle vakken van de Schijf van Vijf is hierbij een goed uitgangspunt. Je kunt oneindig veel lekkere mogelijkheden en combinaties bedenken en maken!
De 5 regels van de Schijf van Vijf
- Eet gevarieerd
- Eet niet te veel en beweeg
- Eet minder verzadigd vet
- Eet veel groente, fruit en brood
- Eet veilig
Vijf productgroepen
Productgroepen op een rij
- Groente en fruit: vers, uit pot en blik, uit de diepvries of als bewerkt product, zoals puree of smoothie.
- Brood, ontbijtgranen, aardappelen, peulvruchten en graanproducten zoals rijst, pasta en couscous.
- Vlees, vleeswaren, vis, melk, melkproducten, kaas, ei en vleesvervangers.
- Vetten en oliën die gebruikt worden voor het besmeren van het brood en het bereiden van de maaltijden.
- Water, thee, koffie, melk en vruchtendranken.
Onverzadigd vet = Oké
Verzadigd vet = Verkeerd
Maaltijdmomenten
Kijk uit met tussendoortjes
De belangrijkste regels zijn van een gezond eetpatroon zijn:
- Eet drie keer per dag.
- Sla geen maaltijd over.
- Beperk het aantal tussendoortjes tot 3 á 4 keer per dag.
Het kan echt geen kwaad als je een keer een maaltijd of een tussendoortje mist. Het probleem is alleen dat je een hongergevoel krijgt. Je bent eraan gewend om op dat tijdstip iets te eten en je hersens geven het signaal: ‘ik heb trek’. Je kunt dat gevoel een tijdje negeren, maar op een gegeven moment is de kans groot dat je grijpt naar snoep, een zakje pinda´s of een stuk kaas of worst. En dat zijn nu juist de producten die je niet te vaak moet nemen.
Als je regelmatig eet, is er weinig kans op ‘uitspattingen’. Ook voor je lichaam is het veel beter om regelmatig kleinere porties voedsel te krijgen in plaats van in één keer een grote hoeveelheid. Je spijsvertering kan veel regelmatiger werken en je voelt je energieker.
Deze regels zijn ook goed voor je tanden. Hoe vaker je iets eet, hoe vaker je tandglazuur wordt ‘aangevallen’ door bacteriën, waardoor gaatjes kunnen ontstaan.
Koolhydraten, eiwitten en vetten
Drie grote energieleveranciers
Een auto doet niets zonder brandstof en een koelkast werkt niet zonder stroom. En jij bent ook lastig in beweging te krijgen zonder energie. Deze energie haal je uit drie grote leveranciers:
Koolhydraten (ook wel suikers of zetmeel genoemd)
Koolhydraten komen voor in brood, pasta, rijst, aardappelen en peulvruchten. Verteerbare koolhydraten worden in je lichaam omgezet in glucose, en dat is brandstof voor je lichaam. Niet-verteerbare koolhydraten noemen we voedingsvezels en zorgen voor een goede werking van je darmen.
Eiwitten
Eiwitten zitten in brood, peulvruchten, zuivelproducten en vlees. Eiwitten bestaan uit aminozuren, die heeft je lichaam nodig voor de opbouw van cellen, spieren, organen, zenuwstelsel, botten en bloed. Erg belangrijk dus! En niet alleen als je in de groei bent, ook als je volwassen bent, wordt er nog steeds weefsel vervangen en opgebouwd.
Vetten
Vetten zijn een bron van energie en leveren vitamine A, D en E. Onverzadigde vetten helpen om een laag cholesterolgehalte te krijgen (belangrijk bij het voorkomen van hart- en vaatziekten). Deze onverzadigde vetten zijn vaak plantaardige vetten (olie, vloeibaar bakvet, pinda’s, noten). Verzadigde vetten zijn vaak dierlijke vetten (harde margarine, hard frituurvet en vaak ‘verstopt’ in gebak, taart, vet vlees enzovoort).
Vet eten levert al snel te veel calorieën op. Als richtlijn kun je het beste 80 tot 100 gram vet per dag aanhouden.
Vitaminen, mineralen, spoorelementen
Wat heb je nog meer nodig?
Met alleen energie kom je er niet. Wat dacht je van vitamines, mineralen en spoorelementen?
Vitaminen kennen we ‘pas’ sinds de vorige eeuw en we weten inmiddels dat we niet zonder kunnen. De vitaminen A, D, E en K zijn vetoplosbaar en zitten in het vet van voedingsmiddelen. Je lichaam kan deze vitaminen opslaan in je vetweefsel. B en C zijn wateroplosbaar en kunnen niet opgeslagen worden door je lichaam. Wat je lichaam niet nodig heeft, wordt via de urine afgevoerd.
Mineralen worden door planten en dieren opgenomen uit de natuur en komen zo in onze voeding terecht. Handig! Mineralen als calcium, fosfor, natrium, kalium zijn belangrijk voor talloze processen in ons lichaam. Spoorelementen zijn ook mineralen, maar hier hebben we nog minder van nodig dan van mineralen. Bekende spoorelementen zijn: ijzer, jodium, zink en fluor.
Vitamine | Waarom belangrijk | Komt voor in: |
---|---|---|
A | Goed voor de weerstand, huid, haren en tandvlees | Margarine, zuivel, vlees, fruit, wortels |
B complex (B1, B2, B3, B5, B6, B11, B12) |
Belangrijk voor je hersenen, het zenuwstelsel en je huid. | Heel veel voedingsmiddelen zoals granen, vlees, zuivel, noten, peulvruchten. |
C | Goed voor de weerstand (pers nog maar een sinaasappeltje!) | Citrusvruchten, aardappelen en spruitjes. |
D | Belangrijk voor de opbouw van botten en tanden. | Margarine, vette vis. En zonlicht helpt je lichaam bij de aanmaak van D2. |
E | Belangrijk voor de aanmaak van rode bloedcellen en het in stand houden van spierweefsel. | Plantaardige olie, granen, noten en zaden. |
K | Belangrijk voor de bloedstolling. | Je lichaam! Je maakt het zelf aan. Maar spinazie en broccoli helpen ook. |
Vezels en water
Zijn we er al?
Koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen en spoorelementen hebben we al gehad. Je zou denken dat ons lichaam hier genoeg aan heeft. Toch missen we nog twee belangrijke zaken: voedingsvezels en water. Deze heeft je lichaam nodig om de voedingsstoffen goed op te kunnen nemen in je lichaam. Anders is het ook zonde.
Voedingsvezels (ook wel gewoon ‘vezels’ genoemd) hebben we nodig voor een goede darmwerking, en voor een verzadigd gevoel (ze helpen je dus om niet te veel te eten). Ze dragen daarnaast bij aan het voorkomen van hart- en vaatziekten. Je vindt de vezels in granen, brood, groente en fruit.
Ja, water… We weten allemaal dat water onmisbaar is voor leven. Wist je dat je voor iets meer dan de helft van je lichaam uit water bestaat? Je hebt per dag minimaal twee liter water nodig voor het transport van voedingsstoffen en het afscheiden van afvalstoffen. Je hoeft niet de hele dag met een waterflesje rond te lopen, in voedsel zit ook veel water.
Nieuwe ontwikkelingen
Bijblijven
Veel consumenten willen gezonde keuzes maken als het om hun voeding gaat. En daar willen fabrikanten graag bij helpen! Ze bieden producten aan die ervoor zorgen dat je van bepaalde voedingsstoffen niet te veel binnenkrijgt of juist producten die bepaalde voedingsstoffen aanvullen.
Meer dan 85% van de bevolking consumeert te veel zout; meer dan goed voor ons is.
Vaak zonder dat we het weten, omdat zout aan talloze producten is toegevoegd als smaakmaker. Extra zout toevoegen is meestal niet nodig. Eet je veel zout, dan kan dit gevolgen hebben voor je gezondheid. Het kan de bloeddruk verhogen en de nieren kunnen beschadigd raken. Gelukkig kun je hier zelf iets aan doen. Bijvoorbeeld door te koken met minder zout, maar wel net zo lekker.
Andere ontwikkelingen zijn:
- Lightproducten: de verzamelterm ‘light’ voor producten ‘met minder’. Dus minder vet of minder suiker. Light is niet automatisch gezonder!
- Voedingssupplementen: mixen van mineralen, vitaminen en spoorelementen die beloven dat je vitaler en energieker wordt. De werking van deze producten is omstreden.
- Functional foods: voeding waar bepaalde voedingsstoffen aan worden toegevoegd die positief effect hebben op bepaalde functies in je lichaam (bijvoorbeeld calcium voor je botten).
- Superfoods: verzamelnaam voor bessen en zaden die allerlei effecten op je gezondheid zouden hebben. Hier is nog geen wetenschappelijk bewijs voor.
De Nederlandse overheid neemt het standpunt in dat een gezond mens geen aanvullende producten hoeft te nemen. Gewoon gezond blijven eten (volgens de Schijf van Vijf) is dus het advies. Voor zwangere vrouwen, zieken, ouderen of zuigelingen geldt dat zij wel gebaat zijn bij (tijdelijk) extra specifieke voedingsstoffen.
Pas op met lang koken van sauzen en soepen, want dan worden ze door indikken nog zouter.
Religieuze voedingswensen
Hallo halal en dag varkensvlees
Gasten kunnen vanuit hun geloofsovertuiging bepaalde voedingswensen hebben. Misschien is ‘voedingseisen’ toch een betere benaming. Voor deze gasten is het namelijk echt van belang dat ze bepaalde producten niet eten. Niet omdat ze er ziek van worden, maar omdat hun geloof dit voorschrijft.
Zo mogen moslims en joden geen varkensvlees. Voor andere producten geldt dat ze ‘koosjer’ of ‘halal’ moeten zijn. Dit is een soort keurmerk dat inhoudt dat producten aan bepaalde eisen voldoen. Zo zijn er bijvoorbeeld eisen over de manier van slachten en verwerken.
Hindoes zijn vaak vegetariër. De koe wordt als een heilig dier beschouwd, dus rundvlees eten ze zeker niet. Bepaalde stromingen in het Christendom schrijven ook voedingseisen voor. Maar de tijd dat je op vrijdag geen vlees mocht is bijna overal voorbij.
Een receptie? Zorg dat je voor elk wat wils serveert. Nederland is een multiculturele samenleving.
Persoonlijke voedingswensen
‘Zit hier vlees in?’
Als je deze vraag krijgt, heb je vast te maken met een vegetariër: iemand die ervoor kiest om geen vlees te eten. Om goed antwoord te kunnen geven op de vraag, moet je weten wat ‘vegetarisch’ inhoudt. En nee, het is geen kwestie van de ballen uit de soep halen.
Er zijn veel mensen die bewuste keuze maken over wat we wel en niet willen eten. De een wil geen vlees, de ander geen ‘plofkip’ en anderen willen alleen biologische producten. De meest voorkomende voedingswensen zijn:
- Vegetarisch:
Vegetariërs eten uit principe geen dieren en willen geen ingrediënten uit dode dieren eten (dus ook geen gelatine, dat van botten gemaakt wordt). Ze eten wel producten die van dieren afkomstig zijn, zoals melk, eieren en kaas. - Veganistisch:
Veganisten gaan een stapje verder en willen geen producten van dierlijke afkomst. Naast vlees weigeren zij ook melk en eieren en dragen geen leren schoenen of tassen. - Biologisch:
Biologisch voedsel voldoet aan eisen op het gebied milieu, natuur, dierwelzijn en de manier van produceren. Biologische producten kun je herkennen aan het keurmerk EKO. Kenmerken zijn dat ze voor hooguit 5% uit niet-biologische ingrediënten bestaan en dat er zo min mogelijk gebruik wordt gemaakt van hulpstoffen.
Culturele voedingswensen
Kijk goed om je heen
De wereld verandert, en snel ook. En dat zie je ook terug in de wensen en voorkeuren op het gebied van eten en drinken; die veranderen mee. Werk je in de wereld van eten en drinken, dan moet je alert blijven en continue blijven meebewegen. De hedendaagse consument weet veel van eten en drinken en verwacht verrast en verleid te worden met heerlijke gerechten.
De wereldkeuken is door onze multiculturele én digitale samenleving binnen handbereik. En dat geeft veel mogelijkheden om een verrassend en eigentijds assortiment aan te bieden. De tijd dat vegetariërs alleen konden kiezen tussen een gevulde paprika en een kaassoufflé is gelukkig voorbij. Blijf goed om je heenkijken voor kennis en inspiratie. En vergeet ook niet te proeven!
Alternatieven
Help je gast
Je hoeft zelf geen vegetariër, moslim of jood te zijn om mensen te kunnen voorlichten over ingrediënten en producten. Het gaat er vooral om dat je snapt wat bepaalde voedingswensen en -eisen inhouden en dat je weet hoe je je gasten het beste kunt helpen. Dit kan bijvoorbeeld al door ervoor te zorgen dat de productkaartjes de juiste informatie geven.
Wel doen:
- Denk mee met je gast (‘Dit is echt wat voor u!’).
- Ken je product.
- Geef juist advies over de producten.
- Draag alternatieven aan.
- Stem je assortiment af op de wensen van je gast.
Niet doen:
- Wensen niet respecteren (‘Ach, er zit echt bijna geen vlees in hoor’. ‘Biologisch? Dat vind ik echt onzin..’ ‘Wat is er mis met een lekkere gehaktbal?’)
- Gokken. Als je niet zeker weet wat de ingrediënten zijn, dan zoek je het op.
Allergenen?
Alle allergenen verzamelen!
Allergenen zijn eiwitten die voor allergische reacties kunnen zorgen. Je kunt deze allergenen binnen krijgen via:
- inademing (bijvoorbeeld huisstofmijt of stuifmeelpollen).
- contact met de huid (bijvoorbeeld een crème of via een trui die gewassen is met een bepaald wasmiddel).
- de mond (via voedsel dus).
Mensen met een voedselallergie of -intolerantie reageren op bepaalde allergenen in eten. De klachten kunnen ernstig zijn en daarom is het belangrijk voor deze mensen dat ze weten wat ze eten. Van veertien voedselallergenen moet je weten of ze in een product voorkomen of verwerkt zijn. Dit zijn de allergenen die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken:
- Ei
- Gluten
- Vis
- Pinda’s
- Noten
- Soja
- Melk en melkproducten
- Schaaldieren
- Weekdieren
- Selderij
- Mosterd
- Sesamzaad
- Sulfiet / Zwaveldioxide
- Lupine
Is een pinda dan geen noot? Nee, een pinda is een soort peulvrucht.
Voedselovergevoeligheid
Allergisch of intolerant?
Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor voedselallergie en intolerantie. We leggen je het verschil graag uit:
Voedselallergie
Bij een voedselallergie reageert je afweersysteem op bepaalde stoffen in je eten. Het afweersysteem maakt antistoffen aan tegen eiwitten die in de voeding voorkomen. Eiwitten die allergische reacties kunnen opwekken heten allergenen. Bekende allergenen zijn bepaalde eiwitten in koemelk of noten. De kenmerken van een voedselallergie uiten zich meestal direct nadat iemand het betreffende product of component gegeten heeft. Bij een kleine hoeveelheid kan al een heftige reactie opspelen.
Voedselintolerantie
Bij voedselintolerantie reageert het lichaam op bepaalde voedingsmiddelen zonder dat je een allergie hebt. Het gaat dan om een niet-allergische-voedselovergevoeligheid. We noemen dat intolerantie. Denk bijvoorbeeld aan lactose-intolerantie of glutenintoleratie. Daarbij kunnen mensen de lactose of gluten niet goed verteren.
“Het is maar een kruimeltje”
Nee, dat moet je natuurlijk nooit zeggen tegen iemand met coeliakie (glutenintolerantie).
Coeliakie is een chronische auto-immuunziekte en je kunt er niet van genezen. Een levenslang glutenvrij dieet is de enige behandeling. Het eten van gluten veroorzaakt een reactie waardoor het slijmvlies van de darm beschadigd raakt. Deze beschadiging kan verschillende klachten veroorzaken, zoals diarree, buikpijn, vermoeidheid en gewichtsverlies.
Wet- en regelgeving
Goed geregeld toch?
Samen met je collega’s ben je verantwoordelijk voor lekker, gezond en veilig eten. Maar wat voor jou lekker en gezond is, kan voor een ander een levensgevaarlijk hapje zijn. Daarom is het maar goed dat de overheid regels heeft opgesteld. Als er allergenen in een product zitten, moet je dat kunnen lezen in de ingrediëntenlijst op het etiket. Dat is de wet. De allergenen staan apart op het etiket vermeld, of met hoofdletters geschreven in de ingrediëntenlijst.
Vraagt een gast naar aanwezige allergenen in een product? Volgens de wet moet een cateringmedewerker pro-actief kunnen reageren. Een cateringmedewerker moet de gast dus op professionele wijze verder kunnen helpen. Weten welke ingrediënten zijn gebruikt, bijvoorbeeld door de etiketten te raadplegen, is daarbij een vereiste!
In de catering worden ook onverpakte producten aangeboden. Ook bij deze producten ben je wettelijk verplicht aan te kunnen geven welke allergenen in dat heerlijke broodje of die frisse salade zitten. Het kan dus gaan om de allergenen die je tijdens de bereiding hebt toegevoegd. Wanneer je werkt met recepten die door jouw cateringorganisatie zijn samengesteld, dan zal de informatie over allergenen daar zeker bij staan.
Let op kruisbesmetting! Wist jij dat je een glutenvrij broodje kunt besmetten door deze te snijden met het broodmes waarmee je net een stokbrood hebt gesneden? Uitkijken dus en nauwgezet werken.
Reacties herkennen
Reactie? Actie!
Bij een voedselovergevoeligheid reageert het lichaam op allergenen. De reacties verschillen: van misselijkheid, diarree, eczeem, zwelling van de tong of luchtwegklachten tot een acute en zeer ernstige allergische en levensbedreigende reactie: een anafylactische shock. En dan moet je echt snel in actie komen! Je eerste zorg gaat dan uit naar je gast. Schakel hulptroepen in die zich ontfermen over de gezondheid van de patiënt.
Daarna is het natuurlijk van belang om te achterhalen waar het mis is gegaan. En ook daar moet je hulptroepen bij inschakelen. Misschien is er door kruisbesmetting toch een restje pindasaus in een gerecht gekomen? Misschien is er door een productiefout bij de leverancier een verkeerd etiket op het product terecht gekomen? Of klopt de informatie op het etiket niet met de inhoud? Meld dit dan bij de afdeling Kwaliteit van je organisatie.
Doe de online training over allergenen!
Sinds 13 december 2014 is de nieuwe allergenenwetgeving van kracht geworden. Samen met de NVWA en allerlei brancheorganisaties heeft Veneca een e-learning ontwikkeld over allergenen. Deze e-learning kan gratis gebruikt worden om de kennis over allergenen te vergroten. Daarnaast kan, na betaling van € 10,-- , een examen worden gedaan. Dit verloopt meestal via de werkgever.
Voor deelname aan de training is een gebruiksaccount nodig. Je e-mailadres dient tevens als inlognaam. Let dus goed op dat je het juiste mailadres invult! Wil je de training volgen klik dan hier!
Infectie of vergiftiging?
Ziek van het eten
Er is een verschil tussen een voedselinfectie en een voedselvergiftiging:
- Een voedselinfectie wordt veroorzaakt door een ziekteverwekkend micro-organisme (zoals de Salmonellabacterie of de E. colibacterie).
- Een voedselvergiftiging wordt veroorzaakt door een giftige stof die door een ziekteverwekkend micro-organisme wordt afgescheiden.
Klachten bestaan altijd uit een combinatie van diarree, buikpijn en overgeven. Heb je echt pech, dan komen daar nog hoge koorts, uitdroging en zelfs uitval van lichaamsfuncties bij. De ziekteverschijnselen zijn bij een vergiftiging vaak heftiger dan bij een infectie. Je wordt ook sneller ziek, omdat de toxine direct in je maagdarmkanaal komt. Bij een voedselvergiftiging word je ziek tussen 1 en 12 uur na het eten. Bij een infectie kun je na 24 uur nog ziek worden. Het is belangrijk om snel te achterhalen of je met een voedselvergiftiging of een -infectie te maken hebt. Een voedselvergiftiging kan namelijk dodelijk zijn!
De vraag is natuurlijk: Hoe voorkomen we dat deze ziekteverwekkende micro-organismen in je eten komen?
Voorkomen
Tip top
Goede hygiëne helpt je dus bij het voorkomen van een voedselinfectie of -vergiftiging. In de module ‘Kwaliteit, hygiëne en veiligheid’ vind je nog veel meer informatie, maar met deze tips kom je al een heel eind:
- Volg de houdbaarheidsdatum en het bewaaradvies dat op het etiket staat.
- Zorg dat de temperatuur van de koelkast tussen de 4 °C en 7 °C is.
- Was groente en fruit.
- Verhit kip, ei en varkensvlees door en door.
- Vermijd contact tussen rauw en bereid voedsel.
- Was je handen regelmatig met water en zeep (altijd na toiletbezoek, na aanraking met rauw vlees en voor je gaat koken).
- Gebruik steeds schone messen, snijplanken en lepels.
- Zet producten die snel kunnen bederven na gebruik terug in de koelkast. Melk die een uur buiten de koeling staat, is al een dag minder houdbaar. Ja, zó snel gaat het!
Voorproeven? Goed idee! Je wilt toch zeker weten dat je een lekker gerecht voorzet? Gebruik bij het proeven wel schoon bestek.
Controle
Genoteerd!
De regels omtrent veilig eten zijn er natuurlijk niet voor niets. De overheid wil daarom graag controleren of de wettelijke regels gehandhaafd worden. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit is hier verantwoordelijk voor.
Als je ziek wordt en je denkt dat het komt door een bepaald voedingsmiddel, dan kun je dit bij hen melden. De NVWA kan dan een onderzoek instellen. Zij hebben de bevoegdheid om overal waar voedsel wordt geproduceerd, opgeslagen of uitgegeven, te inspecteren. Dus ook op een contractcateringlocatie.
Een inspecteur kan langskomen voor een routinecontrole of naar aanleiding van een klacht. Hij moet zich kunnen legitimeren. Wanneer er onregelmatigheden zijn, dan kan je locatie een schriftelijke waarschuwing of een boete krijgen. In het ergste geval kunnen ze zelfs een locatie sluiten.