menu

Voorproeven

Ben je benieuwd?

Ben je benieuwd wat je al weet over deze module? We hebben een aantal vragen voor je, een soort quick-scan dus. De begrippen zijn een voorproefje van wat je kunt verwachten in deze module. Het smaakt vast naar meer…!

Vraag 1

Waar
of niet?

Stagiaires en leerlingen kun je het beste vooraf voorbereiden op een beoordelingssituatie.

Wat vind jij van deze stelling?

Veel ervaren praktijkopleiders zijn het met je eens!
Bij beoordelingssituaties speelt extrinsieke motivatie, zoals het voorbereid worden op wat komen gaat, een belangrijke rol. Een betrokken praktijkopleider die het belang van praktijkopdrachten uitdraagt en bekend is met de beoordelingscriteria draagt bij aan een hoger resultaat. Stagiaires zijn gemotiveerder als ze betrokken worden bij situaties die hen aangaan. Als ze weten wat ze precies moeten kunnen en kennen en weten hoe de praktijk is opgebouwd, weten ze hoe ze zich kunnen voorbereiden. Daardoor zijn ze gemotiveerder en halen een beter resultaat dan wanneer ze niet hadden geweten wat hen te wachten stond. Daarbij is het belangrijk dat leerlingen weten wat er gebeurt na de beoordeling. 

Wat een dilemma!

 

Praktijkopleiders verschillen in aanpak hoe ze stagiaires en leerlingen proberen te motiveren. De een steekt er veel tijd en energie in en probeert te achterhalen wat de drijfveer van een leerling is. Aan de andere kant staat de praktijkopleider die met regelmaat roept: ‘je moet het maar gewoon laten zien’. Maar wat werkt nu het beste? 
 

Bij beoordelingssituaties speelt extrinsieke motivatie, zoals het voorbereid worden op wat komen gaat, een belangrijke rol. Een betrokken praktijkopleider die het belang van praktijkopdrachten uitdraagt en bekend is met de beoordelingscriteria draagt bij aan een hoger resultaat. Stagiaires zijn gemotiveerder als ze betrokken worden bij situaties die hen aangaan. Als ze weten wat ze precies moeten kunnen en kennen en weten hoe de praktijk is opgebouwd, weten ze hoe ze zich kunnen voorbereiden. Daardoor zijn ze gemotiveerder en halen een beter resultaat dan wanneer ze niet hadden geweten wat hen te wachten stond. 

Tips:

  • Bereid stagiaires en leerlingen bijtijds voor op de beoordelingssituaties van de opleiding.
  • Zorg dat er consequenties zijn bij zakken en slagen.
  • Zorg dat die consequenties bekend zijn.
  • Zorg dat je bekend met alle richtlijnen en procedures rondom toetsen en beoordelen.
Volgende vraag

Vraag 2

Wat
vind jij?

Een meerkeuzetoets als instrument om te bepalen of iemand klachten kan aannemen.

Wat past volgens jou bij deze situatie?

Juist! Een meerkeuzetoets is een effectieve methode om kennis te toetsen. Bij het aannemen van klachten gaat het veel verder dan alleen kennis! Er komt van alles bij kijken zoals uitdrukkingsvaardigheid, non-verbaal gedrag en de toepassing van de juiste procedures. En dat allemaal tegelijkertijd. Om vast te stellen of iemand klachten kan aannemen, is waarneembaar gedrag noodzakelijk.

Deze situatie is dus niet valide: er wordt niet gemeten wat men beoogt te meten. 

Helaas, je hebt niet het juiste antwoord gekozen.

Een meerkeuzetoets is een effectieve methode om kennis te toetsen op een gestandaardiseerde manier. De methode is bovendien volstrekt objectief, want het juiste antwoord ligt vast. Maar... bij het aannemen van klachten gaat het veel verder dan alleen kennis! Er komt van alles bij kijken zoals uitdrukkingsvaardigheid, non-verbaal gedrag en de toepassing van de juiste procedures. En dat allemaal tegelijkertijd. Om vast te stellen of iemand klachten kan aannemen, is waarneembaar gedrag noodzakelijk.

Deze situatie is dus niet valide: er wordt niet gemeten wat men beoogt te meten.

In deze module maak je kennis met deze en andere kwaliteitseisen die aan een objectieve beoordeling worden gesteld. 

Volgende vraag

Vraag 3

Herken
de situatie

Mirjam presteert op het werk bijzonder goed, met name tijdens de counterwerkzaamheden. De gasten lopen weg met haar; Mirjam is een kei in bijverkoop. Bij haar parktijkopleider staat Mirjam bekend als veelbelovend cateringtalent. Op enig moment doet Mirjam een proeve van bekwaamheid. Na afloop constateert de de praktijkopleider dat Mirjam een aantal kassahandelingen foutief heeft uitgevoerd, waardoor de registratie niet meer klopt. De praktijkopleider legt dit uit als zijnde een vergissing, want normaal gesproken doet Mirjam dit immers nooit.

Waarvan is bovenstaande situatie een voorbeeld?

Juist! Het halo-effect treedt op wanneer een beoordelaar zijn oordeel mede laat beïnvloeden door andere prestaties van de persoon in kwestie dan geuit op de te beoordelen prestatie. De beoordelaar heeft in dat geval de neiging om een ‘goede’ leerling bij een wat mindere prestatie wat hoger te beoordelen dan de prestatie van de leerling op dat moment rechtvaardigt. Met andere woorden: de prestatie wordt overgewaardeerd. 

Helaas, je hebt niet het juiste antwoord gekozen. 
Bij deze situatie is er sprake van het halo-effect. Dit effect treedt op wanneer een beoordelaar zijn oordeel mede laat beïnvloeden door andere prestaties van de persoon in kwestie dan geuit op de te beoordelen prestatie. De beoordelaar heeft in dat geval de neiging om een ‘goede’ leerling bij een wat mindere prestatie wat hoger te beoordelen dan de prestatie van de leerling op dat moment rechtvaardigt. Met andere woorden: de prestatie wordt overgewaardeerd. 

 

In de praktijk is het niet uit te sluiten dat de persoon van de beoordelaar het uiteindelijk oordeel ongewenst deels heeft beïnvloed. Er kunnen dus allerlei beoordelingseffecten optreden, zonder dat de beoordelaar daar erg in heeft. In deze module maak je kennis met een aantal van die effecten.

Ga naar leren