Leren: Begrip van de basis
Kwaliteit
Kwaliteit is uh… overal!
Wat is kwaliteit eigenlijk? We gebruiken de term regelmatig en we hebben er allemaal ideeën en gevoel bij. Maar wat is een goede definitie?
De bekendste definities zijn:
- Voldoen aan de specificaties.
- Voldoen aan de wensen en eisen van de klant (opdrachtgever én gast).
- Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst dat van belang is voor het voldoen aan vastgestelde of vanzelfsprekende behoeften.
Kun je hier verder mee? Mwah, niet echt toch? We lichten ze daarom graag toe.
Kwaliteit: definitie
Definitie onder de loep
Zoals beloofd: een toelichting op de definities:
- Voldoen aan de specificaties.
Deze definitie is vooral gericht op technische producten. Als je een auto koopt, wil je dat deze het goed doet. Logisch. Maar voor de catering is deze definitie een beetje te beknopt.
- Voldoen aan de wensen en eisen van de klant (opdrachtgever én gast).
Ah, hier kunnen we wel wat mee! We willen immers tevreden klanten. Maar wat komt er dan allemaal bij kijken?
- Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst dat van belang is voor het voldoen aan vastgestelde of vanzelfsprekende behoeften of eisen.
Eisen? Maar welke dan precies?Een vastgestelde eis voor een product kan heel eenvoudig zijn: als je met de opdrachtgever afspreekt dat er elke dag keuze is uit twee warme snacks, dan moet je aan die afspraak voldoen. Helder. En makkelijk te controleren. Maar voor een dienst zijn de eisen lastiger in kaart te brengen. Daarom wordt er met Service Level Agreements gewerkt ofwel SLA. Een SLA is een schriftelijke weergave van de afgesproken kwaliteit. In een SLA staan dus de afspraken over de kwaliteit van voedingswaren én over de kwaliteit van de dienstverlening zoals de openingstijden, de inzet van personeel en het prijsbeleid.
Een vanzelfsprekende eis is –het woord zegt het al- vanzelfsprekend. Het is vanzelfsprekend dat een gast niet ziek wordt van jouw soep, dat het blaadje sla op het broodje niet verlept is en dat alle medewerkers in het restaurant vriendelijk en netjes zijn. Als het niet in orde is, kun je dus verwachten dat je gasten ontevreden zullen zijn.
Ontevredenheid over de kwaliteit wordt meestal veroorzaakt door onduidelijkheid over de vastgestelde en vanzelfsprekende eis.
Een voorbeeld:
Anja ruimt bij haar rondes langs de koffieautomaten altijd de vieze kopjes en schotels op, want zo is het afgesproken met de opdrachtgever. Maar de vieze gebaksbordjes die er ook regelmatig liggen, neemt ze niet mee. Als ze dit elke keer zou doen, kost het haar extra tijd en afwas, en deze extra werkzaamheden vallen niet onder het contract. Maar de gebruikers van de koffieautomaten trekken wel hun wenkbrauwen op: ‘Kan ze dat ook niet even meenemen?’
Zij zien het als vanzelfsprekend, terwijl het geen vastgelegde eis is. Lastig hè?
Kwaliteitszorg
Zorg voor kwaliteit
Om de kwaliteit te borgen hebben we het systeem van kwaliteitszorg in het leven geroepen. Nou ja, niet wijzelf natuurlijk, maar er kwam een moment dat organisaties bedachten: we moeten dit met beleid aanpakken. Want anders blijft iedereen maar doen wat hij of zij op dat moment het beste vindt. Kwaliteitszorg is ontstaan door de behoefte aan constante goede kwaliteit, waarbij in de loop der tijd steeds meer werd geluisterd naar de wensen en eisen van de consument.
De voordelen van kwaliteitszorg zijn:
- De productie is goedkoper, want er worden minder producten afgekeurd omdat ze met beleid worden gemaakt.
- Door goed te luisteren naar de wensen van gasten, is een product of dienst eerder succesvol. En dus verkoopt het.
- Een tevreden gast komt (meestal) terug.
Met kwaliteitszorg wil je ervoor zorgen dat je elke dag weer constante kwaliteit levert. Daarvoor moeten we afspraken op papier zetten: het kwaliteitszorgsysteem.
McDonalds heeft het slim aangepakt. Zij hadden al heel snel door dat als je zorgt voor constante en vergelijkbare kwaliteit, je heel groot kunt worden. De hamburger in Amsterdam is hetzelfde als die in Los Angeles. Je weet als gast waar je aan toe bent. En dat verklaart voor een deel het succes van McDonalds: blijkbaar is het voor heel veel mensen belangrijk om te weten wat je krijgt.
Het kwaliteitszorgsysteem
Iedere dag kwaliteit
Bestaat je bedrijf uit twee mensen, dan is het prima om de kwaliteit te borgen door mondeling afspraken te maken. Maar cateringbedrijven zijn veel groter. Sommige cateringbedrijven zijn bovendien een sterk merk met een zekere reputatie. Daar moet verstandig mee worden omgesprongen. Als iedereen maar zou doen wat hij goed dunkt, blijft er ondanks de goede intenties een grote kans op verschillen in kwaliteit en kwaliteitsbeleving.
Er is dus behoefte aan een systeem, waarbij afspraken en procedures inzichtelijk en vastgelegd worden: het kwaliteitszorgsysteem.
De afspraken, procedures en regels op het gebied van kwaliteitszorg zijn vastgelegd in een kwaliteitshandboek.
De procedures, werkinstructies en registratieformulierenworden meestal beheerd door de afdeling Kwaliteit. Onder verantwoordelijkheid van de afdeling Kwaliteit worden audits uitgevoerd: een systematisch en gedisciplineerd onderzoek naar het goed en betrouwbaar functioneren van de interne organisatie. En wat als de auditor constateert dat een locatie zich niet aan het kwaliteitszorgsysteem houdt? Is er dan geen kwaliteit geleverd? Nou... dat is wel erg kort door de bocht. Het is mogelijk dat de procedure geactualiseerd moet worden of dat training en instructie aangescherpt moeten worden. Het kwaliteitszorgsysteem is dus geen inflexibel en vaststaand systeem, maar een levendig systeem dat steeds bijgesteld moet worden.
Norm ISO9001
ISO en zo
Alle cateringorganisaties die aangesloten zijn bij de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) zijn verplicht het certificaat te behalen voor het Certificatieschema contractcatering, vaak afgekort als Cercat. Dit certificatieschema is weer gebaseerd op de ISO 9001-norm en kan gebruikt worden om te beoordelen of de organisatie in staat is om te voldoen aan de eisen van klanten, de op het product van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de eisen van de organisatie zelf. Daarnaast vormen de eisen met elkaar goede aanknopingspunten voor het opzetten en inrichten van een kwaliteitsmanagementsysteem. ISO 9001 wordt ook wel als volgt versimpeld weergegeven:
- zeg wat je doet
- doe wat je zegt
- bewijs het
Om een certificaat te halen, zal een onafhankelijke instelling vaststellen of het kwaliteitszorgsysteem aan de Cercat-norm voldoet. Je zult dus echt moeten laten zien dat je je zaken goed op orde hebt (en houdt).
Zorg voor veilig voedsel
Voedselveiligheidssysteem
HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points) is een voedselveiligheidssysteem. Bedrijven die met voedsel omgaan voorkomen hiermee dat de veiligheid van ons eten in gevaar komt. Safety first dus! Met gezond verstand komen we al heel ver. Er kan dan wel op een verpakking staan dat de ham nog 3 dagen houdbaar is, maar als het product groen uitslaat ga je deze echt niet op een broodje doen. Het garanderen van voedselveiligheid is wel wat ingewikkelder dan het checken op zichtbare schimmels; ziekmakende bacteriën zijn voor het blote oog onzichtbaar. Daarom moet voor elke fase in de productie in kaart zijn gebracht wat er fout kan gaan en hoe dit kan worden voorkomen. Alle voedselverwerkers zijn verplicht zo'n HACCP voedselveiligheidsplan op te stellen. HACCP valt onder de Europese wetgeving.
HACCP is een preventief systeem, gebaseerd op 7 principes:
- Bepaal alle mogelijke gevaren van de processen die binnen het bedrijf worden uitgevoerd.
- Bepaal de Citical Control Points (CCP’s). Dit zijn punten die onder controle gehouden moeten worden om een gevaar voor de voedselveiligheid te voorkomen.
- Stel per CCP een norm vast.
- Monitor de CCP’s. Stel vast hoe de CCP’s gecontroleerd worden.
- Leg corrigerende maatregelen vast per CCP. In deze maatregelen staat welke actie nodig is wanneer tijdens een controle blijkt dat een CCP niet aan de vastgestelde norm voldoet.
- Controleer of het HACCP-plan goed is. Deze verificatie is een periodieke controle en laat zien of de werkwijze tot voldoende veiligheid leidt.
- Leg alles vast. Houd documentatie en registraties bij.
- Voor veel bedrijfstakken is een hygiënecode opgesteld. Dit is een praktische vertaling van een HACCP-plan.
Maar is het maken van een HACCP-plan dan niet erg veel werk?
Jawel, dat is het zeker. En het is bovendien specialistisch werk. Gelukkig is er voor de contractcatering een hygiënecode opgesteld. Dit is een praktische vertaling van een HACCP-plan. Het werken volgens de hygiënecode is goedgekeurd door de overheid. De code wordt beheerd door de Veneca en elke drie jaar aangepast. In de hygiënecode staan eisen op het gebied van:
- Basisvoorwaarden
(Inrichting, apparatuur, gereedschappen, ongediertebestrijding, toetsing van het HACCP-systeem, microbiologische controles) - Persoonlijke hygiëne
- Werkwijze en controles bij processen
- Verwijdering van afval
- Schoonmaak en onderhoud
Omgaan met veilig vlees? Het Voedingscentrum deed onderzoek.
Denk je dat de NVWA alleen over voedsel gaat?
Ongeveer 80.000 bedrijven in Nederland leveren voedsel direct aan consumenten. Als mensen uit eten gaan, een broodje bestellen, of bijvoorbeeld vlees halen bij de slager moeten ze er van uit kunnen gaan dat het voedsel veilig is. Aan keukens in horeca of instellingen, aan supermarkten en aan speciaalzaken (bakkers, slagers, zuivelspeciaalzaken, visspeciaalzaken) worden daarom eisen gesteld ten aanzien van het bereiden, vervoeren, bewaren en uitstallen van producten. Het werken volgens de een HACCP-plan is een voorbeeld van zo'n eis. De NVWA houdt toezicht op keukens en bedrijven en inspecteert dus ook in de contractcatering! Zij deelt waarschuwingen en zelfs boetes uit als de voedselveiligheid in gevaar komt.
Veilig aan werk nu en later
Pijn is niet fijn!
We willen graag dat iedereen lekker en gezond aan het werk kan. Er is zelfs een wet die daarvoor moet zorgen: de Arbo-wet. Het doel van deze wet is:
- Het voorkomen van ongevallen.
- Het voorkomen van ziekteverzuim.
- Het voorkomen van arbeidsongeschiktheid.
De werkgever en de medewerker zijn samen verantwoordelijk. Je werkgever moet zorgen voor bijvoorbeeld goede apparatuur en een veilige werkplek, maar jij moet er zelf voor zorgen dat je je aan de afspraken houdt (en dat je dus niet met één been op een wankelend krukje gaat staan om net bij dat ene plekje hoog in de hoek te komen).
Je werkgever moet dus zorgen voor goede en veilige werkomstandigheden. Wat valt daar dan onder?
- Het voorkomen van ongelukken, door schone anti-slipvloeren en ervoor te zorgen dat je de apparatuur veilig kunt bedienen (dus dat je geen krukje nodig hebt om een hete bakplaat uit de oven te halen).
- Het voorkomen van lichamelijke klachten, door afwisseling in werk, voldoende rusttijd, inzet van hulpmiddelen.
- Het voorkomen van psychische klachten, door te zorgen voor een prettige werksfeer, regelmatig overleg en een gelijkmatige werkverdeling.
Voor veel voorkomende arbeidsrisico’s is er in de branche de Arbocatalogus opgesteld. Hierin kun je zien welke maatregelen je kunt nemen bij de risico’s die veel op locatie voorkomen. Lekker praktisch!
Wist je dat de cateringbranche een heleboel tips en instrumenten verzamelt die jou en je team helpen om gezond en met plezier te blijven werken?
Gevaarlijke stoffen
Belangrijke plaatjes
Kende je de betekenis van het pictogram ‘groot zwart kruis in een oranje vierkant’ uit je hoofd? Mooi! Maar wist je dat deze en andere pictogrammen in een nieuw jasje zijn gezet?
Hoog tijd om de nieuwe pictogrammen te gaan leren, want ze zijn, ook in hun nieuwe jasje, nog net zo belangrijk als ooit.
Van links naar rechts en van boven naar beneden:
- (Zeer) giftige stof
- Effecten op lange termijn (zoals kankerverwekkend, onvruchtbaarheid, overgevoeligheid luchtwegen)
- Explosiegevaarlijke stoffen
- Cilinder/gashouder onder druk (dus kan exploderen of inhoud kan ontsnappen)
- Ontvlambare stoffen en/of ‘zelf-reactief’ (stof die spontaan een chemische reactie kan vertonen)
- Oxiderende stof (kan brandbare stoffen laten verbranden of ontstane branden in stand houden of verergeren)
- Corosief/bijtende stof
- Schadelijke stof: giftig, bedwelmend en/of irritatie luchtwegen
- Milieugevaarlijke stof
Wetgeving: RIE, calamiteitenplan, bhv en preventiemedewerker
Goed geregeld
Ok, de werkgever moet dus zorgen voor goede en veilige werkomstandigheden. En dat vertaalt zich naar praktische documenten, hulpmiddelen en mensen die jou gaan helpen bij de veiligheid op locatie. Maar dan moet je wel weten om wat of wie het gaat. We hebben het hier wel om de veiligheid van jou en je collega’s. Blijven opletten dus.
Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE)
Een RIE is een voor werkgevers verplicht middel om de gezondheid en veiligheid te bevorderen. Elk bedrijf met personeel moet door een arbodienst of arbodeskundige laten inventariseren of en hoe het werk gevaarlijk of ongezond kan zijn voor medewerkers. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd. In deze RIE moet ook een Plan van Aanpak (PVA) zijn opgenomen. Daarin staat beschreven welke maatregelen een werkgever gaat nemen om de geconstateerde risico’s aan te pakken. Tevens staat in het Plan van Aanpak binnen welke termijn deze maatregelen uitgevoerd worden. Ten slotte moeten in een RIE de arbeidsongevallen uit het verleden worden opgenomen. De Inspectie SZW zal naar het Plan van Aanpak vragen wanneer zij langskomen.
- Moeten jij en je collega’s met hete pannen soep door het restaurant tijdens openingstijd? De werkgever moet maatregelen nemen om dit zo veilig mogelijk te doen.
- Heb jij ooit de RIE van jouw locatie bekeken? Nee? Morgen doen! Kijk meteen kritisch of de RIE nog up-to-date is. Op jouw locatie kunnen dat heel andere risico’s zijn dan op de locatie drie straten verderop dus blijf scherp!
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Wat moet er in elk geval geregeld zijn? Volgens artikel 15 van de Arbowet is elke werkgever of organisatie in Nederland verplicht een calamiteitenplan (bedrijfsnoodplan) en een bedrijfshulpverlener (bhv'er) te hebben.
Calamiteitenplan
Een bedrijfsnoodplan maakt duidelijk welke scenario’s er in werking treden in geval van nood en wie daarbij verantwoordelijk is voor de bijkomende taken. Een brand, een bedrijfsongeval of een lekkage van gevaarlijke stoffen kan escaleren tot een bedreigende situatie. Met een calamiteitenplan of bedrijfsnoodplan en een goed voorbereid crisisteam kan bedrijfsschade en het menselijk leed zoveel mogelijk worden beperkt. Een calamiteit is lang niet altijd een grootschalige ramp. Het is een situatie die een gevaar oplevert voor een bedrijf, de werknemers, het milieu en de omgeving. Een calamiteit kan zomaar optreden, ook als de nodige voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.
Bedrijfshulpverlever (bhv'er)
Een bedrijfshulpverlener (bhv’er) is opgeleid om in geval van nood de werknemers en gasten in veiligheid te brengen. Zo weet een bhv’er hoe hij mensen uit een brandend gebouw moet krijgen en hoe hij bij een ongeval eerste hulp moet verlenen. Een bhv’er kan bijvoorbeeld mensen reanimeren en verbanden aanleggen. Bij het bepalen van de manier van bedrijfshulpverlening of het aantal bhv’ers moet men wel rekening houden met de grootte van het bedrijf en de risico’s die er spelen. Een bhv’er:
- Verleent eerste hulp bij ongevallen.
- Beperkt en bestrijdt brand en de gevolgen van ongevallen.
- Alarmeert en evacueert mensen bij noodsituaties.
Preventiemedewerker
Heeft een bedrijf meer dan 25 medewerkers? Dan is het bedrijf verplicht om een preventiemedewerker aan te stellen. In artikel 13 van de Arbeidsomstandighedenwet is aangegeven dat de werkgever zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen laat bijstaan door één of meer deskundige werknemers. Deze zogenaamde preventiemedewerkers zijn in ieder geval belast met:
- Verleent bijstand bij het verrichten en opstellen van de RI&E, als bedoeld in artikel 5 (Arbowet).
- Adviseert de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of bij afwezigheid van deze de belanghebbende werknemers.
- Voert de maatregelen uit die voortvloeien uit de RI&E, dan wel verleent medewerking daaraan.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft alle relevante informatie gebundeld op het zgn. arboportaal. Klik op de links om meer te lezen over:
- Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE)
- Plan van aanpak (PvA)
- Preventiemedewerker (samenvatting)
Alles over de RIE!
Wat wordt er van jou en je collega's verwacht?
- Houd je aan de veiligheidsregels en instructies.
- Werk op de juiste manier met apparatuur, transportmiddelen, andere hulpmiddelen en schoonmaakmiddelen en andere gevaarlijk stoffen (heet frituurvet bijvoorbeeld).
- Werk mee aan voorlichting en begeleiding. Zie je een collega verkeerd tillen? Zeg er wat van. Echt doen hoor!
- Gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) op de juiste manier. En als er staat: ‘gebruik een bril’, gebruik ’m dan ook.
Zorg voor milieu
De Drie P's
Je leest het goed: de drie P’s. Niet de J’s. De drie P’s staan voor:
People (mensen): het sociale aspect
Planet (natuur en milieu): het ecologische aspect
Profit (winst): het economische aspect
De drie P’s vallen samen onder het begrip Duurzaamheid. Duurzame ontwikkeling gaat ervan uit dat economische en sociale aspecten in evenwicht zijn met de ecologische aspecten. Oftewel: winst maken, goed voor je mensen zorgen met respect voor natuur en milieu.
Aandacht voor de P van profit zit er bij de meeste organisaties wel in: zonder winst houd je het niet lang vol. Maar in het verleden ging dat nog weleens ten koste van andere zaken. Een voorbeeld:
Een bedrijf maakt winst en verkeert in jubelstemming! De salarissen en bonussen stijgen. Maar door de jubelstemming worden overmoedige beslissingen genomen. De winst daalt, maar de salarissen blijven stijgen. Uiteindelijk gaat een bedrijf failliet en staat het pand leeg en de mensen op straat. Slecht voor de economie!
Verduurzaming
Gezond en verantwoord
Waarom is er steeds meer aandacht voor duurzaamheid?
De consument stelt steeds hogere eisen aan zijn voedsel. Verse producten zijn vanzelfsprekend, maar tegenwoordig gaan de wensen verder. Mensen willen gezonde voeding dat op een verantwoorde manier is geproduceerd. Veneca en haar leden spannen zich in om de bezoekers van het bedrijfsrestaurant een brede keuze aan goede, gezonde en duurzame producten te bieden. En de branche neemt haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door gezonde en duurzame keuzes te bevorderen en samen te werken om verbeteringen op het gebied van duurzaamheid voor elkaar te krijgen. Deze verbeteringen hebben betrekking op het verminderen van milieubelasting en afval, het vergroten van dierenwelzijn of op eerlijke handel, binnen een haalbare (markt-)economische context.
Welke inspanningen nemen Nederlandse bedrijven nemen voor verduurzaming van de productie- en distributiemethoden van ons voedsel? De Alliantie Verduurzaming Voedsel vraagt Nederlandse bedrijven die actief zijn bij de productie, verwerking of verkoop van voedsel om informatie aan te dragen over hun verduurzamingsinspanningen en -resultaten. Binnen de Alliantie is afgesproken dat verduurzaming van voedsel op basis van de huidige inzichten gericht is op drie aandachtsgebieden, namelijk
- Het verminderen van milieubelasting en afval.
- Het vergroten van dierenwelzijn.
- Het bevorderen van eerlijke handel.
Op duurzamereten.nl zul je zien dat ook de cateringsector bijdraagt aan verduurzaming.
Hoe kan spaghetti carbonara duurzamer?
Keurmerken
De keuze is reuze
Een keurmerk is een hulpmiddel op de verpakking van voedingsmiddelen voor het maken van een duurzame of gezonde keuze. Een keurmerk geeft bijvoorbeeld aan dat het product is gemaakt met extra aandacht voor het milieu of dierenwelzijn. Je ziet zo bijvoorbeeld of de vis duurzaam is gevangen, of een kip een ‘beter leven’ heeft gehad en of er sprake is van eerlijke handel (fair trade). Het kan ook aangeven dat het product is toegestaan in een bepaald voedingspatroon. Keurmerken voor eten en drinken staan meestal in de vorm van een herkenbaar logo op de verpakking.
Keurmerken: welke soorten zijn er?
- Duurzaamheidskeurmerken: met deze keurmerken kun je makkelijker kiezen op 3 gebieden. Namelijk op dierenwelzijn, eerlijke handel en natuur en milieu. Voor specifiek dierenwelzijn is er De Boodschappenhulp Dierenwelzijn. Hiermee krijg je makkelijk inzicht in wat een keurmerk vertelt over het leven van een dier.
- Keurmerken op basis van herkomst en kwaliteit: door deze keurmerken weet je waar een product vandaan komt en hoe het gemaakt is. Zo kan een product een keurmerk krijgen wanneer er rekening gehouden is met traditionele productiewijzen of de streekcultuur. Halal en Koosjer zijn keurmerken waarbij rekening gehouden is met een bepaalde levensbeschouwing.
- Gezondheidskeurmerken: deze keurmerken helpen je bij het maken van een gezondere keuze. Het Vinkje is hier het bekendste voorbeeld van. Maar ze kunnen bijvoorbeeld ook helpen bij het kiezen voor producten met een bepaalde samenstelling, bijvoorbeeld zonder gluten.
De afgelopen jaren zijn er steeds meer keurmerken bijgekomen. Daardoor is het niet altijd meer duidelijk wat de meest duurzame keuze is.
Bovendien plaatsen fabrikanten steeds vaker ook een eigen duurzaamheidslogo op hun producten. Om de keuze wat makkelijker te maken heeft Milieu Centraal met medewerking van het Voedingscentrum en andere experts de keurmerken opnieuw beoordeeld. Bij de beoordeling is vooral gekeken naar de duurzaamheidswinst (hoe hoog zijn de duurzaamheidseisen), transparantie en betrouwbaarheid. Transparantie betekent dat informatie over het keurmerk makkelijk te vinden is en een goed beeld geeft waar het keurmerk over gaat en wat de eisen zijn. Er is ook onderscheid gemaakt tussen onafhankelijke keurmerken en de eigen logo’s van fabrikanten. Uit de beoordeling zijn de volgende keurmerken naar voren gekomen:
- ASC (Aquaculture Stewardship Council).
Het is vergelijkbaar met het MSC-keurmerkvoor wilde vis, alleen het ASC-keurmerk is bedoeld voor kweekvis. Het heeft als doel de invloed van het kweken van vis op het milieu te verlagen. Het keurmerk heeft regels voor minder antibioticagebruik, duurzamer visvoer en betere arbeidsomstandigheden van het personeel. In het visvoer zit minder vismeel en meer plantaardig voer. - Beter Leven keurmerk (2 en 3 sterren)
De Dierenbescherming heeft een kenmerk ontwikkeld om diervriendelijke producten te ondersteunen. Het bestaat uit het logo van de Dierenbescherming met de vermelding ‘Beter Leven’ en 2 of 3 sterren. De kwaliteitseisen zoals de Dierenbescherming die heeft gesteld aan het welzijn van de dieren zijn in afspraken met de producent vastgelegd en ze worden gecontroleerd door een onafhankelijke instantie. - Demeter
Als het keurmerk van Demeter op de verpakking staat, is het product afkomstig van de biologisch-dynamische landbouw. Biologisch-dynamische boeren voldoen aan de biologische eisen en daarbovenop aan specifiek biologisch-dynamische eisen. In de biologisch-dynamische veehouderij zijn de dierenwelzijnseisen hoger dan in de biologische veehouderij. - EKO
Het EKO-keurmerk geeft (evenals het Europees keurmerk voor biologische landbouw) aan dat het product afkomstig is van de biologische landbouw. Er zijn geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt. Boeren gebruiken geen genetische modificeerde zaden en veehouders hebben een diervriendelijke werkwijze. - Europees keurmerk voor biologische landbouw
Een fabrikant van voeding mag niet zomaar 'biologisch' op zijn verpakking zetten, dat is namelijk een wettelijk beschermd begrip. Het EU-logo is verplicht voor producten die voor minimaal 95% uit biologische ingrediënten bestaan. Op de verpakking mogen ook andere logo's staan. - Fairtrade/Max Havelaar
Het keurmerk is opgezet door de Nederlandse stichting Max Havelaar die controleert of Nederlandse marktpartijen voldoen aan de normen voor eerlijke handel. De boeren en telers hebben een eerlijk loon gekregen, en met hun rechten en gezondheid is goed omgegaan. Het keurmerk houdt ook rekening met milieuaspecten. - Milieukeur
Dit keurmerk staat voor productie waarbij onder andere weinig bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt. Milieukeur heeft een brede benadering van verduurzaming van producten en diensten. De criteria van Milieukeur hebben betrekking op de hele levenscyclus van het product of de dienst. - MSC
Het Marine Stewardship Council-keurmerk (MSC) staat op visproducten die afkomstig zijn van duurzame visserij. Bij duurzame visserij worden visstanden duurzaam beheerd en wordt zo min mogelijk schade toegebracht aan het leven in de zee. - Rainforest Alliance
Een keurmerk voor arbeidsomstandigheden, milieu en natuurbehoud voor producten uit gebieden waar regenwoud groeit. Rainforest Alliance is een milieuorganisatie uit de Verenigde Staten, die ecosystemen en mensen en dieren die daarvan afhankelijk zijn, beschermt. Een belangrijk criterium is bescherming van het regenwoud en het welzijn van arbeiders. Rainforest Alliance komt voor op bananen, tropische vruchten, chocolade, koffie en thee. - RSPO Certified Sustainable Palm Oil
Bedrijven en maatschappelijke organisaties hebben in 2004 de Ronde Tafel Duurzame Palmolie (RSPO) opgezet. Momenteel telt de RSPO ruim 2.000 leden. Gezamenlijk hebben zij internationaal geaccepteerde criteria opgesteld voor duurzame palmolie-productie. Deze schrijven onder andere voor dat aangesloten palmolieproducenten hun plantages niet uitbreiden ten koste van tropisch regenwoud en gebieden met een hoge biodiversiteit. Ook zijn er criteria opgenomen over het respecteren van de rechten van werknemers en de lokale bevolking. Daarnaast heeft de RSPO verschillende handelssystemen opgezet waarmee duurzame palmolie in verschillende vormen kan worden opgenomen. - UTZ Certified
Een internationaal keurmerk voor koffie en andere producten die afkomstig is van boeren die oog hebben voor mens en milieu. Zij gebruiken bijvoorbeeld minder bestrijdingsmiddelen en garanderen goede werkomstandigheden voor hun arbeiders. UTZ Certified is tevens een keurmerk voor eerlijke handel. Het keurmerk staat op koffie, thee, cacao (chocolade) en hazelnoten die afkomstig is van boeren die oog hebben voor mens en milieu. Alle boeren kunnen meedoen, met een groot of klein bedrijf. Ze leren te werken met landbouwtechnieken die mens en milieu sparen. De boeren ontvangen vaak een betere prijs, maar deze is niet gegarandeerd. Meer dan de helft van alle koffie die in Nederland wordt verkocht heeft het UTZ-Certifiedkeurmerk.
Wat is 'biologisch' nou precies?
De term biologisch heeft betrekking op de landbouwmethode. Oftewel de manier waarop ons voedsel tot stand gekomen is. Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. Zo worden mestoverschotten voorkomen en krijgen dieren meer ruimte dan in de gangbare veeteelt en landbouw. Aan de biologische landbouw en veehouderij zijn strenge regels gesteld inzake de omgang met het milieu en de natuur en dierenwelzijn. Regels waaraan iedereen die biologische voeding produceert, zich moet houden.
- Hoogstens 5% niet-biologische ingrediënten.
- Geen kleur-, geur- of smaakstoffen toegevoegd.
- Geen gebruik van genetisch gemodificeerde organismen.
- Alleen hulpstoffen die onmisbaar zijn, mogen worden gebruikt.
Het EU-logo voor biologische productie is voor alle biologische producten die in de Europese Unie (EU) zijn gemaakt. Het logo mag alleen op een product staan als het product voor minimaal 95% uit biologische ingrediënten bestaat. Naast het verplichte EU-logo mogen bedrijven andere logo’s aanbrengen op de verpakking, zoals het Nederlandse EKO-keurmerk of Demeter.
Het Vinkje verdwijnt
Het Vinkje was in het leven geroepen om consumenten te helpen een gezonde keuze te maken. In 2006 presenteerden organisaties uit de voedingsindustrie, retail en foodservice een eenvoudig en herkenbaar logo: het Ik Kies Bewust-logo, later bekend als het Vinkje. In oktober 2016 heeft de minister van VWS aangekondigd dat het Vinkje zal verdwijnen. Dit heeft te maken met de nieuwe richtlijnen van de Schijf van Vijf. De criteria zijn nu dusdanig anders dat de criteria voor Het Vinkje en de richtlijnen van het Voedingscentrum niet meer met elkaar in overeenstemming zijn.
Zie jij door de bomen het bos niet meer? Best begrijpelijk. De Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal geeft informatie over zo'n 200 keurmerken en logo’s die iets zeggen over milieu, dierenwelzijn en/of mens & werk. Milieu Centraal beoordeelt hoe streng de eisen van de keurmerken en logo’s zijn, of de controle goed is en of ze transparant zijn in hun informatie en verslaglegging. In de Keurmerkenwijzer vind je alleen keurmerken en logo’s die over duurzaamheid gaan, of die mensen met duurzaamheid in verband brengen.
KAM in de praktijk
De werkvloer op!
Het basisprincipe van KAM (Kwaliteit, Arbo en Milieu) is een systematiek waarbij activiteiten planmatig en volgens vastgesteld beleid worden uitgevoerd. Uiteraard wordt op de werkvloer gecontroleerd of de activiteiten effectief zijn geweest. Als het nodig is worden verbeteractiviteiten doorgevoerd of wordt het beleid bijgesteld. Fijn dus dat het KAM-beleid (Kwaliteit, Arbo, Milieu) voor je klaar ligt! Nu mag jij het, samen met je collega’s in de praktijk uitvoeren. Zo zullen meestal de nodige werkinstructies van toepassing zijn voor het schoonmaken, het bereiden van gerechten en het bedienen van de kassa. Het is jouw verantwoordelijkheid dat iedereen op de hoogte is van de voorschriften én dat iedereen zich eraan houdt.
Gaat dat altijd makkelijk? Meestal wel. Maar er zijn ook mensen die het niet zo nauw nemen met de regels:
- ‘Ja, de t.h.t is verlopen, maar het ruikt nog prima.’
- ‘Ik til het wel even zelf, ik ben een sterke vrouw.’
- ‘Ach, een keer een dagje niet invullen is echt geen probleem hoor.’
- ‘Ik maak al jaren schoon zonder een veiligheidbril en er is nog nooit wat gebeurd.’
Herkenbaar? Hopelijk niet. Het is erg belangrijk om medewerkers uit te leggen er volgens de werkinstructie gewerkt moet worden. Werkinstructies zijn er niet om het werk te hinderen of om medewerkers te pesten, maar om ervoor te zorgen dat medewerkers en gasten gezond en veilig blijven.
Het is belangrijk om je collega’s actief te laten bijdragen aan een goed werkend kwaliteitssysteem. Dat doe je door draagvlak te creëren. Je zorgt er dan voor dat mensen betrokken zijn bij plannen en beslissingen en niet dwarsliggen.
Hoe creëer je draagvlak?
- Door mensen te betrekken. Zet het onderwerp kwaliteitszorg op de agenda van het werkoverleg; licht toe waarom het voor hen zo belangrijk is.
- Door rekening te houden met belangen en motivatie. Bespreek zaken met je medewerkers en vraag om feedback. Zo voelen ze zich gehoord en zet je ze niet voor het blok.
- Door mensen mee te laten denken. Moet er beter schoongemaakt worden? Zeg dan niet wat ze ‘allemaal niet goed doen’ maar vraag naar ideeën om een verbeterslag te maken.
Je wilt als manager niet steeds controleren of je collega’s de juiste procedure hebben gevolgd; dat creëert alleen maar afstand tussen jou en de ander. Ik doe juist extra mijn best om de verantwoordelijkheid te delen. Daarom houd ik mijn team altijd op de hoogte van de uitkomst van controles zoals een audit. Ik laat zien wat er gebeurt en wat er nog moet gebeuren. Verder bedenk ik elke keer verrassende manieren om onderwerpen op het gebied van kwaliteit levend te houden. Van een ‘rondje koelkast’ (wat zie je, wat gaat goed, wat kan beter?) tot een systeem waarin elkaars werk wordt nalopen. Iedereen in mijn team voelt zich verantwoordelijk. En dat werkt!
Registraties
Meten is weten
Een belangrijk onderdeel van de kwaliteitsbewaking is het meten, controleren en registeren van de gegevens. Voorbeelden zijn:
- Temperatuur en t.h.t. controleren bij de ingangscontrole.
- Het schoonmaakrooster.
- De controles van het frituurvet.
Je moet kunnen aantonen dat je controles daadwerkelijk (en volgens afspraak) hebt uitgevoerd. Zwart op wit. Bepaalde registraties zijn verplicht vanuit de wet en de ISO-norm.
Maar er is nog een reden waarom de registratie zo belangrijk is. Stel, er wordt een gast ziek na het eten in jouw restaurant. Dan wil je natuurlijk achterhalen wat er precies gebeurd is, zodat je een herhaling kunt voorkomen. Maar de wet schrijft ook voor dat je verplicht bent alle gegevens over de producten en grondstoffen aan te leveren. Als je je registratie niet op orde hebt, dan heb je een probleem. Je organisatie is dan in overtreding.
Risico’s signaleren
Blijf opletten
Het kwaliteitszorgsysteem staat op de rit, op locatie liggen de (digitale) handboeken voor je klaar en iedereen is op de hoogte van het belang van het systeem. Kunnen we dan nu even achteroverleunen?
Nee. Je verantwoordelijkheid voor een goede kwalitet stopt niet bij het invullen van registraties of een agendapunt op het werkoverleg. Van een beheerder wordt een proactieve houding verwacht. Het signaleren van mogelijk onveilige situaties vraagt alertheid, voor tijdens en na het werk. Dus verandert er iets op jouw locatie, dan moet jij goed kijken of er nieuwe risico’s op het gebied van KAM ontstaan. Wacht niet af tot de volgende audit, want dan ben je misschien al te laat. Trek aan de bel bij je leidinggevende en/of de afdeling Kwaliteit. Doen hè!
Wat is een audit?
Een audit is een systematisch onderzoek naar de effectiviteit van een proces of organisatie: meestal staat de naleving van procedures en werkinstructies centraal. Een audit is meestal gericht de opzet en werking van beheersmaatregelen. Een audit moet uitgevoerd worden door kundige uitvoerenden zoals gespecialiseerde controleurs zoals kwaliteitsauditors. De uitkomsten worden vastgelegd. Audits worden al dan niet op basis van wet- en regelgeving gereguleerd en/of verplicht gesteld.
Auditing en auditors worden veelal onderscheiden als:
- Interne audits: onderzoek en controle door interne auditors (zijn in dienst van de organisatie zoals een medewerkers van de afdeling Kwaliteit).
- Externe audits: onderzoek en controle door externe auditors (zijn onafhankelijk van de organisatie) zoals de NVWA, een certficerende instantie of een inspectiebureau.
Wees eerlijk en open bij een audit. Zeker bij een interne audit kun je de zaken open bespreken. Misschien loopt iets niet helemaal soepel. In dit geval is een audit een kans om samen met de auditor naar oplossingen te zoeken.
Continu verbeteren
Even stilstaan
Een kwaliteitszorgsysteem kan dus alleen succesvol zijn als je blijft verbeteren. Een belangrijke eis van de ISO-norm is dat je als organisatie laat zien dat je continu verbetert. Deze norm verwijst naar de Deming-cirkel:
- Plan Je stelt een schoonmaakplan op.
- Do De schoonmaak wordt volgens het plan uitgevoerd.
- Check Er vindt controle plaats op de schoonmaak.
- Act Je onderneemt actie als blijkt dat de schoonmaak niet volgens plan wordt uitgevoerd.
Vervolgens begint de cirkel weer opnieuw. Je maakt een nieuw schoonmaakplan, de schoonmaak wordt uitgevoerd, er vindt controle plaats….. Enzovoorts.
Als je controleert en evalueert kun je conclusies trekken. In het algemeen kunnen er drie conclusies getrokken worden:
- Alles is volgens afspraak uitgevoerd; er zijn geen afwijkingen.
- Er wordt niet volgens afspraak gewerkt; de resultaten zijn onvoldoende.
- Alles is volgens afspraak uitgevoerd, maar de afspraak blijkt niet voldoende.
Deze video gaat nog een stapje verder: Deming in 7 stappen!
Allergenen?
Ken ze alle veertien
Allergenen zijn eiwitten die voor allergische reacties kunnen zorgen. Je kunt deze allergenen binnen krijgen via:
- Inademing (bijvoorbeeld huisstofmijt of stuifmeelpollen).
- Contact met de huid (bijvoorbeeld een crème of via een trui die gewassen is met een bepaald wasmiddel).
- Via voedsel met allergene ingrediënten.
Mensen met een voedselallergie of -intolerantie –en die zijn er steeds meer- reageren op bepaalde allergenen in voedsel. De klachten kunnen ernstig zijn en daarom is het belangrijk voor deze mensen dat ze weten wat er in hun eten zit. Van veertien voedselallergenen moet je weten of ze in een product voorkomen of verwerkt zijn. Dit zijn de allergenen die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken:
- Ei
- Gluten
- Vis
- Pinda’s
- Noten
- Soja
- Melk en melkproducten
- Schaaldieren
- Weekdieren
- Selderij
- Mosterd
- Sesamzaad
- Sulfiet / Zwaveldioxide
- Lupine
Wat zijn gluten?
Glutenallergie: de gevolgen
Is een pinda dan geen noot? Nee, een pinda is een soort peulvrucht.
Doe de online training over allergenen!
Sinds 13 december 2014 is de nieuwe allergenenwetgeving van kracht geworden. Samen met de NVWA en allerlei brancheorganisaties heeft Veneca een e-learning ontwikkeld over allergenen. Deze e-learning kan gratis gebruikt worden om de kennis over allergenen te vergroten. Daarnaast kan, na betaling van € 10,-- , een examen worden gedaan. Dit verloopt meestal via de werkgever.
Voor deelname aan de training is een gebruiksaccount nodig. Je e-mailadres dient tevens als inlognaam. Let dus goed op dat je het juiste mailadres invult! Wil je de training volgen klik dan hier!
Wet- en regelgeving
Het draait om informatie
Samen met je collega’s ben je verantwoordelijk voor lekker, gezond en veilig eten. Maar wat voor jou lekker en gezond is, kan voor een ander een levensgevaarlijk hapje zijn. Daarom is het maar goed dat de overheid regels heeft opgesteld. Door Europa is bepaald dat alleen informatie afgegeven moet worden over voedselallergenen die de meeste overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Als er dus één of meerdere van de 14 allergenen in een product zitten, dan moet de gast daarover geinformeerd worden. Dat is de wet. In de catering worden ook onverpakte producten aangeboden. Ook bij deze producten ben je wettelijk verplicht aan te kunnen geven welke allergenen in dat heerlijke broodje of die frisse salade zitten. Het kan dus gaan om de allergenen die je tijdens de bereiding hebt toegevoegd.
De regelgeving gaat dus om allergeneninformatie. Het gaat om het bieden van informatie over aanwezige allergenen in de producten en gerechten die verkocht worden. Op welke manier die informatie wordt verschaft, is de cateringorganisatie vrij.
Ben je verplicht om een alternatief aan te bieden zonder allergenen?
Nee. Het is dus niet nodig om iedere consument met een voedselovergevoeligheid iets te kunnen aanbieden. Dit mag uiteraard wel. Heb je bijvoorbeeld een kleine keuken en is glutenvrij koken niet mogelijk? Dan verplicht deze regelgeving je niet om aanpassingen in de keuken te doen. Je kunt de gast vriendelijk aangeven dat glutenvrij bij jou niet mogelijk is.
In de volgende gevallen mag de allergeneninformatie op de plaats van verkoop van niet-voorverpakte levensmiddelen mondeling worden medegedeeld:
- De allergeneninformatie kan te allen tijde door de eigenaar of een werknemer onverwijld en op een juiste manier aan de consument worden medegedeeld voordat de aankoop plaatsvindt.
- De allergeneninformatie is te allen tijde schriftelijk of elektronisch beschikbaar voor het personeel en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
- Op de plaats van verkoop wordt een duidelijk zichtbare vermelding aangebracht waarbij de consument wordt verzocht zich voor de allergeneninformatie te wenden tot het personeel.
Dit is verplicht volgens warenwetregeling allergeneninformatie niet-voorverpakte levensmiddelen:
- Op de plaatsen waar niet-voorverpakte levensmiddelen te koop worden aangeboden, wordt duidelijk zichtbaar vermeld waar de allergeneninformatie over deze niet-voorverpakte levensmiddelen beschikbaar is.
- De allergeneninformatie wordt op de plaats van verkoop schriftelijk of elektronisch beschikbaar gesteld en is vrij toegankelijk, begrijpelijk en duidelijk leesbaar.
Het gevaar ligt op de loer. Daar moet je niet alleen zelf alert op zijn, maar dat geldt voor het hele team. Let bijvoorbeeld goed op kruisbesmetting. Je kunt een glutenvrij broodje in een seconde besmetten door deze te snijden met het broodmes waarmee je net een stokbrood hebt gesneden.
Reacties herkennen
Reactie? Actie!
Bij een voedselovergevoeligheid reageert het lichaam op allergenen. De reacties verschillen: van misselijkheid, diarree, eczeem, zwelling van de tong of luchtwegklachten tot een acute en zeer ernstige allergische en levensbedreigende reactie: een anafylactische shock. En dan moet je echt snel in actie komen! Je eerste zorg gaat dan uit naar je gast. Schakel hulptroepen in die zich ontfermen over de gezondheid van de patiënt.
Daarna is het natuurlijk van belang om te achterhalen waar het mis is gegaan. En ook daar moet je hulptroepen bij inschakelen. Misschien is er door kruisbesmetting toch een restje pindasaus in een gerecht gekomen? Misschien is er door een productiefout bij de leverancier een verkeerd etiket op het product terecht gekomen? Of klopt de informatie op het etiket niet met de inhoud? Meld dit dan bij de afdeling Kwaliteit van je organisatie.
Vraagt een gast naar aanwezige allergenen in een product en weet je niet precies wat er in zit? Neem geen risico! Laat de gast zelf de verpakking lezen, hij of zij heeft hier meer aan dan een onjuist antwoord.
Iedereen alert?
Blijf opletten alsjeblieft
Als leidinggevende heb je soms wel het gevoel dat je handen tekort komt en ogen in je rug wilt hebben. Maar je kunt nou eenmaal niet op meerdere plekken tegelijk zijn. Daarom is het van belang je team goed te coachen en te begeleiden zodat ook zij hun bijdrage kunnen leveren. Dat is niet alleen voor jou fijner, maar ook veel leuker en uitdagender voor je collega’s.
Als het gaat om allergenen moet je misschien wel extra alert zijn en regelmatig aandacht besteden aan het onderwerp. We geven je een aantal tips om je team (en jezelf) alert te houden:
- Bespreek met elkaar welke vragen van gasten je de afgelopen week hebt gehad: leer van elkaars ervaringen.
- Bekijk bij nieuwe gerechten samen de allergeneninformatie.
- Gooi er eens een leuke allergenenquiz in (bijvoorbeeld bij een werkoverleg).
- Verdiep je in de materie: geef je team de opdracht om thuis de informatie over Allergenen (uit de module Voedingsgebruik) van OCC-B op trefpuntcatering.nl (nog) eens te doen. Frist lekker op!
Je bent dus niet verplicht om de allergenen op de productinformatie te vermelden. Maar je moet wel de juiste informatie kunnen verschaffen als de gast daarnaar vraagt.
Het doel is niet om van je team De Beste Allergenenspecialisten te maken. Je wilt vooral dat ze zich bewust zijn van de risico’s. Bij twijfel? Stoppen en hulp inschakelen en niet gokken op ‘ach, het kan vast wel.’ Dat bewustzijn creëer je alleen als je er regelmatig aandacht aan besteedt.
Denk mee met je gast. Misschien heb je wel een vaste gast die regelmatig vraagt of hij de etiketten van jullie gebruikte producten mag lezen. Hoe fijn is het dan voor hem dat het hele team weet dat hij een voedselallergie heeft (en dus niet elke keer bij iemand anders zijn verhaal hoeft uit te leggen). Wil je hem echt welkom heten? Bied dan –voordat hij het kan vragen- aan om productverpakkingen te gaan halen voor hem.