Productie en uitgifte: Leren
Lekker werken
Eigenlijk best logisch, toch?
Om lekker (en veilig en hygiënisch en efficiënt) te kunnen werken, mag je een paar zaken verwachten van je werkplek:
- Een goede routing:
Met routing (in je werkruimtes) bedoelen we de weg die de producten vanaf ontvangst tot aan de afwas afleggen. Je locatie heeft een heleboel ruimtes: keuken, restaurant, counter, magazijn, spoelruimte, kantoor, kleedruimte voor personeel. Deze ruimtes moeten zo doelmatig mogelijk worden ingericht en logisch met elkaar in verband staan. - De juiste voorzieningen:
Met de voorzieningen bedoelen we de bouwtechnische onderdelen van een bedrijf. Dus de spoelkeuken, de counters, maar ook de wateraansluiting, stroompunten, muren, vloeren en plafonds. Er worden niet voor niets hoge eisen gesteld aan deze voorzieningen. Ze helpen je om de veiligheid en hygiëne te waarborgen. - Inzicht in de goederenstroom:
Je kunt de goederenstroom (de weg die de goederen op een locatie van ontvangst tot afwas) weergeven in een schema. Dit overzicht helpt je om te bepalen wat de beste routing is en waar de inventaris en apparatuur het beste geplaatst kan worden.
Een goede routing beperkt ook het risico op kruisbesmetting!
De inrichting
Potten, pannen en meer…
Om lekker (en veilig en hygiënisch en efficiënt) te werken heb je ook de juiste middelen nodig. Welke middelen heb je allemaal tot je beschikking?
- Inventaris:
Alle meubilair en hulpmiddelen in het bedrijf die niet of nauwelijks te verplaatsen zijn. Denk aan: fornuis, verlichting, bakwand, afzuigkap en vaatwasmachine. - Apparatuur:
De grotere werktuigen voor het produceren van gerechten. Denk aan: koelkast, oven, werkbank, snijmachine. - Materieel:
Alle voorwerpen die je gebruikt bij de productie. Denk aan: pannen, vergiet, messen, schalen, snijplanken.
Het verschil tussen materieel en materiaal? Materiaal is de grondstof waarvan het materieel is gemaakt. Een vergiet is materieel, maar kan van het materiaal plastic of ijzer gemaakt zijn.
Ontvangst en opslag goederen
Check check, dubbelcheck
De ontvangst en opslag van goederen is een belangrijk onderdeel in de voorbereiding. Als het hier al niet goed gaat, dan weet je zeker dat het ook niet meer goed komt. De belangrijkste voorschriften op een rijtje:
- Controleer iedere levering
Let op de houdbaarheidsdatum, de temperatuur (gekoelde producten mogen niet warmer zijn dan 7°C, ingevroren producten niet warmer dan -15°C), de versheid en kwaliteit van een product, de verpakking (is deze schoon en intact?) en de pakbon (heb je gekregen wat besteld is?) - Kies de juiste opslagruimte
Diepvriesproducten horen in de diepvries, gekoelde producten in de koeling en droge producten (kruidenierswaren) sla je op in het magazijn. - Sla op volgens FIFO
FIFO staat voor ‘First In First Out’. Het betekent dat je producten die je als eerste in ontvangst hebt genomen, ook weer als eerste uitgeeft. Zo voorkom je dat de THT-datum overschreden wordt. Let dus goed op de datum op de verpakking. - Controleer regelmatig de voorraad
Te veel, te weinig of precies goed? Zorg dat je overzicht houdt op de voorraad. Je wil immers voorkomen dat je zonder een belangrijk product komt te zitten.
Elke contractcateringorganisatie heeft eigen formulieren voor de ingangscontrole. Door dit formulier te gebruiken, weet je zeker dat je niets vergeet.
Producten bereiden
Het draait om planning en voedselveiligheid
Hakken, snijden, wegen, lezen, mengen en roeren. Voordat de producten kunnen worden gepresenteerd, moet er nog het een en ander worden gedaan. In een tijd waarin verse producten steeds belangrijker worden voor de consument, betekent dat voor jou dat je lekker aan de slag kunt met het bereiden van lekkere en gezonde gerechten. Leuk? Zeker! Maar het moet wel op tijd klaar zijn, de klok tikt gewoon door.
Je begint met een schone werkruimte. Daarna komt het aan op efficiency, veiligheid en slim werken. Zorg dat je werkt volgens de HACCP-regels (zie ook de module Kwaliteit, hygiëne en veiligheid) en denk daarbij niet alleen aan de veiligheid van je producten, maar ook aan je eigen veiligheid. Werk slim door van tevoren alles klaar te zetten, door de receptuur eerst een keer goed te lezen voordat je begint en door duidelijke afspraken te maken met je collega’s. Houd je aan de receptuur, deze is niet voor niets met zorg en aandacht samengesteld. In de catering wordt ook veel met convenience-producten gewerkt. Dit zijn bewerkte producten die van hoge kwaliteit zijn én snel te bereiden zijn tot het eindproduct. Zelf soep maken kost je bijvoorbeeld heel veel tijd, er zijn prima convenience-producten als alternatief.
Voorbereiden uitgifte
Voordat het doek opengaat
Achter de schermen wordt er hard gewerkt om alles op tijd klaar te hebben. Tijd om voor de schermen te gaan kijken of daar alles naar wens gaat. De ruimte waarin straks de producten gepresenteerd en verkocht gaan worden, moet schoon zijn en er netjes en uitnodigend uitzien. Waar let je dan op?
- Zijn counters en koelingen schoon?
- Zijn de producten in de koeling netjes aangevuld en ‘gespiegeld’ (alle etiketten staan op dezelfde manier naar voren). Een goedgevulde counter of koeling stimuleert de verkoop van producten!
- Zijn de kaartjes met productvermelding en prijs aanwezig (en staan ze op de juiste plek)?
- Is er voldoende bestek, servetten, peper en zout aanwezig?
- Werkt alle apparatuur?
- Is de apparatuur op tijd ingeschakeld?
Staat alles klaar? Kijk dan nog een keer extra goed om te checken of alles klopt. En let er vooral op of de producten uitnodigend worden gepresenteerd. Verkopen ze zichzelf?
Gastenruimte klaarzetten
Klaar voor de gast
De meeste gasten zullen na het aanschaffen van hun eten en drinken plaatsnemen in het bedrijfsrestaurant. Je zorgt er vanzelfsprekend van tevoren voor dat deze ruimte schoon, gezellig en opgeruimd is. Voor openingstijd maak je een laatste rondje om te controleren of alles klaar staat. Zijn er genoeg servetten, is het bestek bijgevuld en schoon, is er voldoende peper en zout en zijn er voldoende lege (en schone) prullenbakken?
Soms zul je ook een groep gasten ontvangen in een aparte ruimte of in een deel van het bedrijfsrestaurant dat speciaal voor deze groep gereserveerd is. Wanneer er tafels ingedekt moeten worden, dan betekent dit dat je meer voorbereidende werkzaamheden hebt (neem dit ook mee in je planning, zodat je niet in tijdnood komt). Wat komt er allemaal kijken bij het indekken van de tafels:
- Stem de hoeveelheid tafels en stoelen af op het verwachte aantal bezoekers.
- Leg (ongekreukte) placemats en/of (schone) tafellakens op tafel. Zorg dat alles netjes recht ligt.
- Plaats de vaste menage (peper en zout). Soms wordt de vaste menage aangevuld met soeparoma als er soep wordt geserveerd.
- Dek het (schone en vetvrije) servies, bestek en glaswerk in.
Glanzend schoon? Wrijf het bestek, servies en glaswerk op voordat je het op tafel zet. Dit noemen we ook wel ‘poleren’. Dit gaat het beste met een niet pluizige doek, bijvoorbeeld een linnen doek.
Tafel indekken
Tafeltje dekje
Hoe je de tafel dekt?
Dat hangt af van de gerechten die je serveert. Een aantal dingen is eigenlijk altijd hetzelfde, zoals de positie van bestek. Ga altijd uit van een rechtshandige gast: de vork ligt links, het mes ligt rechts. Klik op de afbeelding hiernaast om allerlei voorbeelden te zien.
Daaronder zie je drie voorbeelden van een uitgebreide lunch of diner.
Buffetten
Het kan ook voorkomen dat je een buffet moet opbouwen en/of klaarzetten. De belangrijkste spelregels zijn:
- Zorg voor een goede plek zodat de gasten er goed bij kunnen maar ook jij makkelijk kunt bijvullen zonder de gasten in de weg te lopen.
- Presenteer van hoog naar laag: koffiekannen naar achteren en vleesschalen naar voren dus.
- Zet de borden helemaal links van het buffet (of bij een gespiegeld buffet: links en rechts).
- Zet het bestek en de servetten helemaal aan het einde van de looprichting van het buffet.
- De drankjes zet je rechts, vlak voor het bestek en de menage.
- Voor de volgorde van de gerechten volg je het menu: soepen, vis, vlees, nagerechten. Bij de gerechten plaats je de bijbehorende sauzen, garnituren en rauwkost.
- Bij een lunchbuffet start je met beleg (hartig en zoet), gevolgd door brood en een warme snack. Fruit en dessert plaats je voorafgaand aan de dranken; aan het einde van de looprichting van het buffet.
In het restaurant
Gasten over de vloer
Wanneer je cateringlocatie geopend is, dan zou je bijna ook ogen in je rug willen hebben. Er gebeurt zó veel. Wat moet je allemaal doen om ervoor te zorgen dat alles op rolletjes blijft lopen:
- Wees alert op leegverkoop: zorg dat alles op tijd wordt bijgevuld.
- Maar… wees ook alert op derving. Derving betekent verlies, bijvoorbeeld doordat je producten moet weggooien omdat ze niet verkocht zijn.
- Let op je gasten: zie je een ‘zoekende’ blik? Ga naar je gast toe en bied je hulp aan.
- Bied je gerechten aan met een 2-uursontheffing (je mag bepaalde producten dan maximaal 2 uur ongekoeld aanbieden)? Controleer dan regelmatig of deze de norm niet overschrijden.
- Houd contact met je gast: heet je gasten welkom, wens ze smakelijk eten bij het afrekenen en een fijne dag wanneer ze het restaurant verlaten.
- Ruim rommel en geknoeide etensresten direct op.
- Houd regelmatig contact met de opdrachtgever: hij of zij vangt ook signalen van gasten op die voor jullie belangrijk zijn om te weten.
Weet jij hoe je het verschil kan maken? Denk eens na over wat jij kunt doen om de glimlach op het gezicht van jouw gasten (nog) groter te maken. Bespreek dit ook met je trainer of leidinggevende.
In de vergaderzaal
‘Kopje koffie, mevrouw?’
Op het werk wordt veel koffie gedronken. Ook tijdens vergaderingen. Organisaties vragen de cateraar regelmatig om de vergaderservice voor hun rekening te nemen: het verzorgen van koffie, thee en/of frisdrank in de zaal waar de vergadering of bijeenkomst plaatsvindt. Waar moet je op letten:
Een goede voorbereiding:
- Zet schoon serviesgoed en glaswerk klaar.
- Haal het vieze serviesgoed en glaswerk weg.
- Controleer de ruimte: is er genoeg plek, is de zaal schoon en is de opstelling correct?
- Zorg voor voldoende suiker en melk.
- Zet de koffie- en theekannen voor aanvang van de vergadering klaar (niet té vroeg, want dan is de koffie een stuk minder lekker).
- Zorg voor een aantal karaffen koud water met schone glazen.
Tijdens de vergadering:
- Soms moet je tussendoor verse koffie en nieuw theewater brengen. Zorg dat je je gasten zo min mogelijk stoort.
- Klop altijd op de deur voordat je naar binnen gaat.
- Maak bij binnenkomst even oogcontact met de voorzitter om te checken of je gelegen komt.
- Zorg dat je er verzorgd uitziet, je bent het visitekaartje van je bedrijf.
In de gastenruimte
Feestje?
Omdat in de wereld van de contractcatering geen dag hetzelfde is, zul je ook af en toe moeten serveren op een receptie of een feest. De gasten verwachten niet alleen lekkere hapjes en heerlijk eten, maar ook een voortreffelijke en professionele bediening. Aan het serveren en presenteren van gerechten en dranken zijn regels gebonden. Sommige regels moet je leren, andere moet je oefenen omdat het een vaardigheid is, zoals het dragen van de borden volgens de onderhandse of bovenhandse draagmethode.
Serveerregels:
- Draag met links, serveer met rechts.
- Vertel de gast wat je serveert.
- Serveer eerst de gasten, daarna de gastheer of gastvrouw. Ouderen gaan voor jongeren en dames gaan voor heren.
- Stoor de gast zo min mogelijk tijdens het serveren.
- Zet de gerechten in van rechts.
- Ga je gerechten uitserveren? Doe dit dan aan de linkerkant van de gast.
- Komt er een gerecht links van de gast te staan, zet deze dan links in (met je rechterhand).
- Zorg dat alle borden op dezelfde manier op tafel komen te staan.
- Drank wordt ook rechts ingezet.
- Wijk alleen af van de regels als het niet anders kan. Stel dat je bij een gast niet rechts kunt inzetten omdat daar een muur staat, vraag dan netjes of je links mag inzetten.
Bekijk de video over de Bovenhandse draagmethode
Bekijk de video over de Onderhandse draagmethode
Opruimen
Opgeruimd staat netjes
Als de gasten weg zijn, dan kun je beginnen met opruimen:
- Verwijder alle voedselresten en afval. Scheid het afval, meestal gaat het om glas, karton, gft (groente-, fruit- en tuinafval), pmd (plastic, metaal en drankenkartons) en restafval.
- Aan het einde van iedere werkdag moeten de afvalbakken geleegd en schoongemaakt worden. Doe dit niet door een vuilcontainer naar de keuken te rijden, die hoort daar niet thuis.
- Verzamel de vuile vaat en zorg ervoor dat deze afgewassen wordt.
- Maak tafels, counters, de rest van de gastenruimte (het restaurant) en je werkplek schoon.
- Schakel apparatuur op tijd uit (en bespaar zo energie).
Heb je gasten voor een diner of buffet? Dan moet je er ook voor zorgen dat servies en bestek en restanten van het eten tijdig opgeruimd worden, terwijl de gasten nog aan tafel zitten of aan een statafel staan. Hiervoor gelden de volgende spelregels:
- Stoor de gasten zo min mogelijk, wees zo stil en netjes mogelijk.
- Alles wat rechts of recht voor de gast staat, haal je met je rechterhand via de rechterkant van de gast uit.
- Alles wat links van de gast staat, haal je met de rechterhand via de linkerkant van de gast uit.
- Maak niet te hoge stapels en zorg dat je niets knoeit op je gast.
Schoonmaken
Eerst lezen, dan poetsen
Op jouw cateringlocatie staat een mooi assortiment aan schoonmaakmiddelen. Lees goed op de verpakking (of op de schoonmaakkaart) waar je het product voor moet gebruiken en hoe je deze gebruikt. Het gaat hier niet alleen om geld (schoonmaakmiddelen zijn duur!), maar vooral ook om de veiligheid van jou en je collega’s! Staat er dat je een veiligheidsbril en handschoenen moet gebruiken? Doen dus!
Vergeet ook niet de minder voor de hand liggende zaken schoon te maken. Denk maar aan de binnenkant van de prullenbak, de toetsen van de kassa, de deurklinken, de dispensers (bijvoorbeeld bij de sauzen of de melkdispensers). Ook in de leidingen van deze dispensers kunnen bacteriën groeien.
Brood en bake-off
Bakwerk
Brood neemt een belangrijke plaats in onze voeding in. Er zijn enorm veel soorten. Veel cateringlocaties maken gebruik van bake-off brood: dit wordt op de locatie afgebakken. Het voordeel is dat je altijd vers brood kunt serveren en je nooit ‘nee’ hoeft te verkopen. Bake-off brood is lang houdbaar en je kunt het invriezen. Het nadeel is wel dat je voldoende opslagcapaciteit moet hebben en dat de kwaliteit van het brood door het invriezen een beetje terugloopt.
Meer weten over broodsoorten? Check de encyclopedie op Brood.net.
Brood.net is een initiatief van de Nederlandse bakkerijbranche.
Vleeswaren en worstsoorten
Vlees op brood
Er is een verschil tussen vleeswaren en worstsoorten:
- Vleeswaren worden gemaakt van rund-, varkens-, paarden-, kippen- en kalkoenvlees.
- Worst is een mengsel van gemalen vlees. Het vlees kan afkomstig zijn van diverse dieren en van diverse delen van het dier.
Wanneer je zelf vleeswaren moet snijden, let dan op de snijvolgorde: van bereid naar rauw. Zorg dat het mes van de snijmachine altijd schoon en gedesinfecteerd is, om kruisbesmetting te voorkomen.
Meer weten over vleeswaren? Deze website is informatief en niet-commercieel.
Zuivel en eieren
Een ei hoort erbij
Zuivel en eieren worden als volgt ingedeeld:
- Melk (gepasteuriseerd / gesteriliseerd)
- Koffiemelk
- Aangezuurde melkproducten (yoghurt, karnemelk)
- Zoete melkproducten (vla, pap, chocolademelk, gezoete melkdrankjes)
- Boter (ongezouten, gezouten, halfvolle en kruidenboter)
- Kaas (binnenlandse en buitenlandse soorten)
- Eieren (verse eieren, voorbewerkte verse eieren, vloeibare eiproducten)
Meer weten over zuivelproducten?
Zuivelonline.nl is een platform van de Nederlandse Zuivel Organisatie.
Wat is het verschil tussen gepasteuriseerde en gesteriliseerde melk?
Gepasteuriseerde melk is kort verhit rond de 72°C. Niet alle bacteriën worden hierbij uitgeschakeld. Daarom moet je deze melk in de koelkast bewaren en is deze niet zo lang houdbaar. Gesteriliseerde melk is lang houdbaar en kun je buiten de koelkast bewaren omdat bij deze melk alle bacteriën zijn gedood tijdens het verhitten (boven de 100°C). De smaak wordt door dit verhittingsproces wel anders.
Oliën en vetten
Goed vet of niet?
Alle vetten en oliën bevatten verzadigd vet en onverzadigd vet. De verdeling tussen verzadigde en onverzadigde vetten verschilt per product. Voor je gezondheid is het beter producten met veel onverzadigd vet te gebruiken omdat deze vetten het cholesterolgehalte in je bloed verlagen. Hierdoor wordt de kans op hart- en vaatziekte kleiner.
Producten met veel verzadigde vetten:
- Boter
- Vast frituurvet
- Margarine in een papieren wikkel
- Bak- en braadvet in een papieren wikkel
Producten met veel onverzadigde vetten:
- Zachte margarine (in een kuipje)
- Halvarine
- Vloeibaar frituurvet
- Vloeibaar bak- en braadvet
- Oliën
Meer weten? Bezoek de website van het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën. Dit is een stichting die voorlichting geeft over de wijze waarop margarine, vetten en oliën passen in een gezonde, eigentijdse en smakelijke voeding.
Snacks en soepen
Warme hap
Snacks zijn convenience producten: deze zijn al bewerkt en zijn sneller te bereiden tot het uiteindelijk eindproduct. Je kunt snacks onderverdelen in:
- Snacks zonder ‘jasje’ (frikadel, gehaktbal, knakworst, shaslick)
- Snacks met paneerlaag (kroket, kipcorn, nasi- en bamiballen)
- Snacks met brooddeeg (pizza, tosti, hotdog, worstenbroodje)
- Snacks met beslagomhulsel (loempia, kaassoufflé, smulrol, viandel, kibbeling)
Soepen kun je onderverdelen in:
- Heldere soepen (op basis van bouillon)
- Gebonden soepen (met toevoeging van bindmiddel als maïzena, bloem of aardappel)
- Pureesoepen (soepen waarvan de ingrediënten gepureerd zijn zoals erwtensoep)
Groente en fruit
Twee ons groente en twee stuks fruit
Groenten is een verzamelnaam voor planten of delen van planten die je kunt eten. Met fruit wordt alleen het vruchtdeel van de plant bedoeld. De keuze en het aanbod is enorm groot.
De soorten groenten worden als volgt ingedeeld:
- Blad: sla, andijvie, spinazie en witlof
- Vrucht: komkommer, tomaat, maïs, augurk, paprika
- Knol en wortel: knolselderij, rode bieten, bospeen, winterpeen
- Kool: bloemkool, broccoli, spruiten, spitskool
- Uit: uien, knoflook, prei, bieslook
Salades kun je onderverdelen in:
- Enkelvoudige salades (één bestanddeel, bijvoorbeeld ijsbergsalade of wortelsalade)
- Gemengde salade (twee of meer bestanddelen, bijvoorbeeld fruitsalade)
- Samengestelde salade (de salade wordt samengesteld uit een aantal bij elkaar passende ingrediënten die in een vastgestelde verhouding bij elkaar worden gevoegd, bijvoorbeeld eiersalade)
Meer weten over groente en fruit?
Groenteenfruit.nl is een platform van het GroentenFruitBureau.
Dranken
Van koffie tot Cointreau
Dranken worden als volgt ingedeeld:
Alcoholvrije dranken:
- Huishoudelijke dranken (koffie, thee, melk)
- Vruchtendranken (vruchten- en groentesappen)
- Koolzuurhoudende dranken (mineraalwater, frisdrank, alcoholvrij bier)
Dranken met alcohol:
- Zwak alcoholische dranken (max. 14.9% alcohol, zoals bier en breezers)
- Wijnen (wit, rood, rosé)
- Zuidwijnen (port, sherry)
- Sterk alcoholische dranken (jenever, whisky, rum)
Meer weten over dranken?
Drankjewelpro.nl is een informatieve blog van een onbekende afzender.
Koelen en vriezen
Koud he!
Koelen en vriezen zijn conserveringstechnieken met als doel: de producten langer houdbaar maken. Een koel- en vriesruimte blijft koud doordat een motor en condensator voor constante koude lucht zorgen. Dit noemen we luchtcirculatie.
De belangrijkste spelregels op een rijtje:
- Zorg dat de deurrubbers in goede conditie zijn (anders sluit de deur niet goed en stroomt warme lucht naar binnen).
- De temperatuur in een koelkast of koelcel moet tussen de 1°C en 4°C (max. 7°C) zijn.
- De temperatuur in een vrieskist of diepvriescel moet tussen de -18°C en -30°C zijn.
- Zet producten ‘vrij’ in de koelruimte, nooit tegen de achterwand (anders komt de luchtcirculatie in gevaar).
Verhitten
Warm, warmer, heet
Er zijn heel veel manieren om producten te verhitten. Welke apparatuur je gebruikt, hangt af van de bereidingstechniek.
Bakapparatuur:
- Fornuis (gas, elektrisch of inductie).
- Bakplaat (gladde dikke gietijzeren stalen plaat met daaronder een warmtebron, ideaal voor het bakken van eieren, vlees, pannenkoeken).
- Oven (heteluchtoven/convectieoven of combisteamer waar de producten minder uitdrogen door het gebruik van stoom).
Grillapparatuur:
- Contactgrill (vorm van roosteren, product wordt tussen twee verwarmde platen gelegd).
- Grillplaat (bijna hetzelfde als een bakplaat, maar de oppervlakte is hier geribbeld).
Magnetron:
- Wordt gebruikt om producten snel op te warmen, gaar te maken of te ontdooien.
Bain marie:
- Wordt gebruikt om sauzen en soepen warm te houden zonder verbrandingsrisico. De pannen of bakken worden in een warm waterbad gehangen.
Frituurapparatuur:
- Wordt gebruikt om producten in een vetstof te verhitten met een krokant resultaat. Let op: je werkt met heet vet, dus werk voorzichtig en blijf goed opletten.
Verhitten van voedsel brengt risico’s met zich mee. Wil je meer weten over de risico’s bij het verhitten?
Het Voedingscentrum bevordert gezonde en meer duurzame voeding bij consumenten en stimuleert het bedrijfsleven tot een meer verantwoord voedselaanbod.
Counters en vitrines
Overzichtelijk geheel
Counters worden gebruikt om producten zo overzichtelijk en aantrekkelijk mogelijk te presenteren. Dit stimuleert de verkoop en de doorstroming van je gasten. Er zijn drie soorten:
- Lijnbuffet: alle producten staan in een logische volgorde achter elkaar opgesteld. De kassa staat aan het einde.
- Spiegelbuffet: loopt parallel aan het lijnbuffet, ideaal voor grote locaties waar veel mensen in korte tijd geholpen moeten worden.
- Eilandbuffet of ‘free flow’: de producten worden op verschillende plaatsen gepresenteerd, de gasten kunnen rondlopen en pakken wat ze willen en hoeven niet op anderen te wachten.
Koelvitrines zorgen ervoor dat gekoelde producten op een overzichtelijke en gekoelde manier gepresenteerd worden. De temperatuur in de vitrine mag niet hoger zijn dan 7°C en niet lager dan 4°C (wanneer een product te koud is, is dit niet bevorderlijk voor de smaak). Een koelvitrine is niet geschikt om producten terug te koelen.
Koffie
Lekker bakkie
Er zijn drie soorten koffiezetapparatuur die op een cateringlocatie worden gebruikt
Snelfilterapparatuur:
- Korte zettijd (6 tot 7 minuten).
- Ongeveer 1 tot 2 liter koffie tegelijk mogelijk.
- Kleine apparaten, makkelijk te verplaatsen.
- Geschikte koffie: snelfiltermaling.
Rondfilterapparatuur:
- Lange zettijd.
- Grote hoeveelheden tegelijk mogelijk (vanaf 3 liter).
- Grote apparaten.
- Gemalen koffie ligt op een papieren filter in een filterpan, er wordt automatisch heet water (97°C) op gegoten.
- De koffie komt in een kan of container.
- Geschikte koffie: grove maling.
Espresso-apparatuur:
- Zettijd 15-20 seconden.
- Je zet de kopjes één voor één.
- Je gebruikt vers gemalen koffie door koffiebonen in een molen te malen.
- Er zijn halfautomatische en automatische machines, in de catering worden meestal automatische gebruikt.
- Voordeel: variatie in koffie: cappuccino, espresso, latte macchiato.
- Geschikte koffie: fijne of espressomaling.
Meer weten over koffie en zetmethoden?
Met-passie.nl is een informatieve blog van een onbekende afzender.