Leren Sturingsinfo
Contractvormen
De grote en kleine lettertjes
Een contract is een schriftelijke weergave van afspraken tussen partijen. Alleen al in Nederland zijn er duizenden locaties, waar een contract aan is verbonden. Het is echt niet nodig om ze allemaal te lezen. Wel belangrijk zijn de volgende contractvormen:
Openboekcontract
- Opdrachtgever bepaalt het beleid, het assortiment en de verkoopprijzen.
- Opdrachtgever heeft inzage in de bedrijfsvoering (dus ook de kosten en opbrengsten) van de cateraar.
- Factuurkortingen (door inkoopafspraken) gaan naar de opdrachtgever.
- Alle kosten (en opbrengsten) zijn voor de opdrachtgever.
- De cateraar krijgt een managementvergoeding (managementfee).
- Het financiële risico ligt bij de opdrachtgever.
- De cateraar wordt niet direct uitgedaagd om kosten te besparen.
Vaste aanneemsomcontract (ook wel exploitatiecontract genoemd)
- Samen bepalen de opdrachtgever en de cateraar het beleid, het assortiment en (voor een deel) de verkoopprijzen. De cateraar bepaalt voor een ander deel zelf de verkoopprijs.
- De opdrachtgever heeft geen inzage in de bedrijfsvoering en het rendement van de cateraar.
- Factuurkortingen (door inkoopafspraken) mag de cateraar lekker zelf houden.
- Alle kosten (en opbrengsten) zijn voor de cateraar.
- Het financiële risico ligt bij de cateraar.
- De cateraar wordt uitgedaagd om kosten te besparen.
Rendementscontract (ook wel resultaatcontract genoemd)
- Samen bepalen de opdrachtgever en de cateraar het beleid, de opdrachtgever heeft daarnaast volledige zeggenschap over het assortiment en de verkoopprijzen.
- De opdrachtgever heeft volledige inzage in de bedrijfsvoering van de cateraar.
- Factuurkortingen (door inkoopafspraken) worden verdeeld.
- Alle kosten (en opbrengsten) komen voor rekening van beiden.
- Het financiële risico ligt bij beide partijen.
- Het is ook in het belang van de cateraar dat kosten bespaard worden.
Om het nog makkelijker (of ingewikkelder) te maken: een opdrachtgever kan ook kiezen voor een combinatie van verschillende contractvormen. Het blijft toch maatwerk hè, zo’n contract?
Een aantal voorbeelden:
Gedeeltelijk vaste aanneemsom
Dit is bijna hetzelfde als het openboekcontract, alleen nu zijn de personeelskosten vooraf begroot en worden deze periodiek doorbelast. Onverwachte schommelingen in de bezetting hebben geen effect op de personeelskosten.
Commercieel
De cateraar is eigen ondernemer en de opdrachtgever hoeft zich verder nergens mee te ‘bemoeien’. Alles wat de cateraar onderneemt, is voor eigen rekening en risico. Net als een restaurant in de stad, eigenlijk.
Incentivecontract met vaste aannames
Ja, dat is een mondvol… Het komt hierop neer: de overeengekomen diensten worden tegen een vast uurtarief geleverd. De cateraar is zelf verantwoordelijk voor de in- en verkoop.
De laatste decennia wordt er in toenemende mate met zgn. ‘multiservicecontracten’ gewerkt. Dit is het geval als een opdrachtgever ervoor heeft gekozen om meerdere facilitaire diensten bij één partij af te nemen. Wel zo makkelijk! Dan heb je namelijk één contactpersoon voor bijvoorbeeld de schoonmaak, de catering én de beveiliging. Soms is een multiservicecontract bovendien goedkoper omdat het inkoopvolume groter is en de bijbehorende voordelen versleuteld worden in de prijs.
Binnen de contractcatering zijn er drie gebruikelijke kostenstructuren die doorvertaald worden naar een contract. Op deze contractvormen zijn allerlei varianten mogelijk of ze kunnen worden gecombineerd. Wat zijn in de praktijk de populairste contractvormen? En bijdrage van Facitlity Management Magazine.
SLA
En in de praktijk?
Het cateringcontract is dus de basis van alles wat jij en je team op locatie doen. In het contract staan ook afspraken over de wijze van betalen, de duur van het contract en de arbeidsrechterlijke verhoudingen van het personeel. Veel wettelijke taal, waar jij als beheerder meestal niets mee hoeft te doen. Gelukkig is er een aanvullend en meer praktisch document, het Service Level Agreement ofwel SLA. Er wordt tussen opdrachtgever en cateraar afgesproken wat de prestatie-indicatoren en kwaliteitseisen zijn, om deze later te kunnen toetsen. Meestal bevat een SLA afspraken over:
- De kwaliteit van de voedingswaren.
- De kwaliteit van de dienstverlening.
Is een SLA dan hetzelfde als een contract? Nee. Het doel is niet om de samenwerking wettelijk vast te leggen, daar is het contract voor. Een SLA heeft tot doel om afspraken over kwaliteit en inzetbaarheid vast te leggen. Een SLA kan aangepast worden aan te omstandigheden. Voorwaarde is dat zowel de cateraar als de opdrachtgever achter de afspraken staan. Stel dat jouw locatie 60 nieuwe pandbewoners (en dus potentiële lunchgebruikers) krijgt. In dit geval is het verstandig om het SLA daarop aan te passen. Want misschien heb je dan wel wat extra handjes nodig.
Speciale wensen
“Anders nog iets? ”
Elke opdrachtgever en elke locatie is uniek. Daarom zijn er ook genoeg voorbeelden te noemen van speciale afspraken tussen een opdrachtgever en een cateraar. Lees maar:
- Een ziekenhuis vraagt aan de cateraar om jaarlijks extra hygiëne-controles in de restaurants uit te voeren.
- Een opdrachtgever heeft het volgende afgesproken: wanneer hij opdracht geeft voor 20 extra lunches, dan worden deze in rekening gebracht. Maar als er dan maar 15 lunches worden genuttigd, dan heeft de opdrachtgever op een later moment nog recht op die overgebleven vijf lunches. En dan natuurlijk niet precies dezelfde die overbleven hè.
- Een opdrachtgever wil dat er bij feesten en partijen samengewerkt wordt met de plaatselijke partycateraar.
Directe en indirecte kosten
“Kost dat? ”
Je zag het al in het overzicht met alle contractvormen: er worden afspraken vastgelegd over de verdeling van kosten en opbrengsten. Daar wil niemand onduidelijkheid over natuurlijk.
Laten we de kosten eens onder de loep nemen. Met ‘kosten’ bedoelen we de prijs die de cateraar moet betalen om de producten en diensten te leveren. Dus voordat dat lekkere broodje een gast verleidelijk kan aankijken, zijn er inkopen gedaan en hebben betaalde krachten ervoor gezorgd dat het broodje gemaakt werd.
We maken onderscheid in:
Directe kosten
Dit zijn kosten die direct toe te wijzen zijn aan een product of dienst. Om een salade te maken, moet je tomaten, sla, komkommer en dressing kopen, maar ook de personeelskosten betalen voor de medewerker die die heerlijke salade heeft gemaakt.
Voorbeelden van directe kosten:
- Grondstofkosten
- Personeelskosten
- Beheerdervergoeding
Directe kosten kunnen vaste en variabele kosten omvatten:
Vaste kosten zijn kosten waarvan het totaalbedrag niet afhankelijk is van de productieomvang. Vaste kosten worden ook wel constante kosten genoemd. Voorbeelden van vaste kosten zijn:
- De maandelijkse rentelasten. Er moet altijd rente betaald worden over geleend geld ongeacht de grootte van de productie in die periode.
- De maandelijkse huur van een gebouw.
- De kosten van personeel in vast dienstverband. Lonen worden vaak als variabele kosten gezien maar een deel van de loonkosten kan best vast zijn.
Variabele kosten zijn in tegenstelling tot vaste kosten dus wel afhankelijk van de productieomvang. Komen er meer gasten, dan produceer je meer producten en heb je dus meer ingrediënten nodig. De variabele kosten stijgen dan.
Indirecte kosten
Dit zijn kosten die niet direct toe te wijzen zijn aan een product of dienst; kosten die je moet maken voor een professionele bedrijfsvoering.
Voorbeelden van indirecte kosten:
- Huur van het gebouw
- Telefoonkosten
- Kosten voor kleding
- Afschrijvingen (zie ‘Zo zit het’)
- Onderhoudskosten aan apparatuur
- Opleidingskosten
- Administratiekosten
Afschrijving is geen term die je dagelijks hoort, tenzij je partner boekhouder is misschien. Een afschrijving is de waardedaling van een bedrijfsmiddel die in de boekhouding wordt gezet. Neem nou een oven. Hoe ouder een oven is, hoe minder hij waard is. Dat geldt voor een auto, maar dus ook voor een oven. De waardevermindering wordt 'afschrijving' genoemd. Als je dus een nieuwe oven afschrijft, dan komt de afschrijving een aantal jaar voor in de boekhouding. Het apparaat wordt immers geleidelijk minder waard.
Kostenbewust werken
Hand op de knip?
Het zal geen verrassing zijn: de financiële gezondheid van jouw organisatie hangt niet alleen af van wat er binnen komt, maar ook van wat er wordt uitgegeven. Er moet dus kostenbewust gewerkt worden. En daar hoef jij niet alleen op te letten, het hele team kan een bijdrage leveren.
Een aantal tips om kosten te besparen:
- Rooster je medewerkers zo optimaal mogelijk in (loonkosten is een grote kostenpost).
- Koop slim en efficiënt in. Bestel zoveel mogelijk bij één leverancier, probeer het aantal ‘drops’ te beperken (je betaalt per levering) en zorg dat je de voorraden zo laag mogelijk houdt.
- Beperk derving. Probeer ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk producten weggegooid moeten worden omdat ze niet verkocht zijn of over de datum zijn.
- Houd de indirecte kosten in de hand. Wees bijvoorbeeld zuinig op apparaten en zorg dat deze goed schoongehouden worden. Dan doe je er langer mee.
Budget, rendement
Ren je rot voor Rendement!
Waar doen we het dan voor? Voor het ……rrrrrendement!
En om precies te zijn: voor een positief rendement. Rendement is het verschil tussen de kosten en de opbrengsten van een bepaalde periode. Heb je meer kosten dan opbrengsten? Dan is je rendement negatief, je draait verlies. Heb je meer opbrengsten dan kosten? Dan heb je (hoera!) een positief rendement, winst dus.
Elke ondernemer wil graag weten waar hij aan toe is, ook cateraars. Cateraars werken met een begroting of budget. Dit is een plan voor een bepaalde periode waarin wordt aangegeven welke kosten en opbrengsten er verwacht worden. De gegevens van de werkelijke situatie op jouw locatie kunnen worden vergeleken met de verwachtingen. Zo weet jij als beheerder of je op koers ligt of niet. En of je aan knoppen moet gaan draaien of niet.
Erwin is sinds zes maanden de vaste vervanger van leidinggevende Margot. Hij vindt het geweldig leuk om een praatje te maken met de gasten. Zijn enthousiasme over de producten is ook erg aanstekelijk, door Erwin proberen gasten nieuwe gerechten die ze anders niet gekozen hadden. Margot geniet van de frisse wind die Erwin in het restaurant brengt en heeft nu ook wat meer tijd (en rust) om achter de schermen administratieve taken op te pakken. Margot en Erwin vinden de taken voor en achter de schermen prima verdeeld zo, want –zo zegt Erwin zelf- “voor de schermen komt hij beter tot zijn recht.”
En?... Wat vind jij van de taakverdeling? Gaat Erwin zo achter de schermen ook een ster worden?
Hoe kun je het rendement beïnvloeden? Door aan de knoppen Kosten en Opbrengsten te draaien. De knop Opbrengsten moet omhoog, en de knop Kosten omlaag. Als dit lukt, stijgt het rendement.
- Actief bijverkopen -> meer omzet -> meer opbrengsten -> meer rendement.
- Minder derving -> minder geld weggooien -> minder kosten -> meer rendement.
- Zuiniger met schoonmaakmiddelen -> minder snel bijbestellen -> minder kosten -> meer rendement.
Kengetallen
Ken je Kengetallen
We kunnen wel roepen dat het rendement van een locatie € 20.000,- per jaar moet zijn, maar dat zou wel heel weinig sturingsinfo geven toch? We willen dus meer specifieke informatie om onze koers uit te zetten. Daarom wordt elk budget onderbouwd met kengetallen.
Een kengetal is een verhoudingsgetal. Deze getallen geven je een beeld van de financiële gesteldheid van je locatie of van een hele onderneming.
Stel, je bent schipper en je wilt naar Engeland varen. Dan weet je het doel: Engeland halen. Maar om dat doel te halen heb je meer nodig:
- Welke koers ga je varen?
- Hoe groot is het schip?
- Wat heb je nodig aan brandstof en proviand?
- Wat is de weersverwachting?
- Wat is het vermogen van de motor?
Nou, als cateraar ben je net als de schipper: om het doel te halen, heb je meer informatie nodig. De kengetallen dus. Met de juiste gegevens en een beetje rekenwerk heb je de opbrengsten en kosten snel in beeld.
De belangrijkste kengetallen:
- Omzet
- Aantal gasten
- Gemiddelde besteding per gast
- Inkoop
- Personeelsuren
- Voorraden
- Derving en breuk
- Arbeidsproductiviteit
Productiviteit
Arbeidsproductiviteit (je mag ook gewoon productiviteit of ‘omzet per uur’ zeggen) bereken je door de omzet door het aantal gewerkte uren te delen. Elke cateraar heeft in het budget opgenomen welke productiviteit hij per locatie verwacht. Zet je te veel uren in, dan wordt je productiviteit lager, zet je minder uren in dan stijgt je productiviteit.
Maar let op: draai niet te snel aan de knoppen.
Snijd je in de uren, dan:
Loopt de omzet misschien terug (je mist immers handen om het werk te doen, dus misschien kun je minder klaarmaken voor de verkoop).
Verhoog je de werkdruk misschien dusdanig dat er te veel stress op de werkvloer ontstaat (met alle gevolgen van dien).
Kortom, draai niet zomaar wat, maar kijk naar het totale plaatje.
Brutomarge
De brutomarge bereken je door de inkoopwaarde van de omzet en alle gemaakte kosten bij elkaar op te tellen, en de uitkomst af te trekken van de omzet.
En vergis je niet. Uit de brutomarge moeten ook nog alle indirecte kosten worden betaald. Daalt de brutomarge, dan daalt de winst dus ook. De brutomarge komt nog weleens onder druk te staan als er te veel korting wordt gegeven of er bij inkoop duurdere producten worden ingekocht, maar de verkoopprijzen niet worden aangepast.
Een stijging van de brutomarge zegt op zich weinig. Als de indirecte kosten ook stijgen, dan blijft het resultaat gelijk.
Blijft alles gelijk en stijgt de brutomarge? Dan mag je wel juichen!
Omzetsnelheid
De omzetsnelheid bereken je door de inkoopwaarde te delen door de gemiddelde voorraad. Goederen die snel worden verkocht, hebben een hoge omzetsnelheid. Als de omzetsnelheid laag is, dan heb je teveel op voorraad. En voorraad is kapitaal, waar je op dat moment dus niets aan verdient (maar waar je wel rente over betaalt).
Naleven van het contract
Volg je het contract?
Ok, we hebben dus het contract afgesproken, de SLA vastgesteld, een mooi budget gemaakt. Alles onder controle, toch?
Nou, nog niet helemaal. Het is namelijk hartstikke fijn dat alles geregeld is, maar we moeten wel alert blijven. Het is belangrijk dat de cateraar regelmatig overlegt met de opdrachtgever: verloopt alles zoals verwacht? Zijn er veranderingen die van invloed zijn op de bedrijfsvoering? En zo ja, wat moeten we dan gaan regelen?
Het is daarom ook belangrijk om afspraken te maken over wie er namens de opdrachtgever en de cateraar in overleg gaan en wanneer dat overleg plaatsvindt. Vaak zal dit voor de opdrachtgever de facilitair manager van de organisatie zijn, en voor de cateraar is het de regionaal manager. Maar aangezien jij als geen ander de oren en ogen van het restaurant bent, zal jouw inbreng ook zeer gewenst zijn.
Ooit van overservice gehoord? Dit komt misschien wel vaker voor dan je denkt, zeker in een branche waar gastgerichtheid zo’n belangrijke rol inneemt.
Stel, een opdrachtgever vraagt je iets meer te doen dan afgesproken in het SLA, dan is dat natuurlijk niet erg. Je vindt het vast geen probleem om een keer een taart te regelen voor de jarige office-manager. Maar als je structureel (dus op vaste basis) meer diensten levert waar je geen vergoeding voor krijgt, dan komt het rendement onder druk te staan. Dit noemen we overservice. Wees dus alert op de extraatjes, want als je 52 keer per jaar een taart bestelt en aflevert bij de afdeling, dan ben je daar dus heel wat tijd aan kwijt. En tijd is…… juist: geld!
Verkoop bevorderen
Geef je rendement een boost!
Om het rendement te vergroten, kun je bijvoorbeeld aan de knoppen Gemiddelde besteding en Omzet draaien. Maar daar heb je je gasten wel bij nodig, natuurlijk. Wist je dat ruim 60% van de aankoopbeslissingen ter plekke wordt genomen? Het is dus niet zo dat al je gasten van tevoren al hebben bedacht wat ze gaan kopen. Sterker nog: we kunnen ze ter plekke verleiden met prachtige gerechten, heerlijke geuren en onze charmante verkooptechnieken!
Merchandising is de verzamelnaam voor de manier waarop we onze producten en diensten presenteren en promoten. We zetten de belangrijkste merchandise-regels voor je op een rijtje:
- Massa is kassa
Een grote hoeveelheid van eenzelfde product trekt de aandacht. - Spiegelen
Zorg dat de producten netjes en met de etiketten naar voren staan. Maar ook weer niet té netjes en te strak, anders durft de gast niets te pakken… - Verandering!
Zorg voor verrassing en afwisseling in je assortiment. - Maak gebruik van hotspots
Een hotspot is een plek waar je oog direct op valt. Dan wil je toch dat daar die heerlijke salade met die fijne marge staat te shinen? - Presentatiemiddelen
Maak gebruik van de presentatiemiddelen die je cateraar heeft gemaakt (en ga niet zelf naar de Xenos voor ‘gezellige mandjes’). - Geef informatie
Je kunt niet bij elk product persoonlijk toelichten wat het is en wat het kost. Maar dat wil de gast wel weten. Maak dus gebruik van product- en prijskaartjes.
Inkoop
Kijkje achter de schermen
De meeste cateraars hebben hun inkoop centraal georganiseerd. Dit heeft een aantal voordelen:
- Het levert inkoopvoordeel (korting) op als je grote aantallen producten afneemt bij één leverancier.
- Het aanbod van de locaties is op elkaar afgestemd. Je werkt (voor een groot deel) met dezelfde recepten, dus ook met dezelfde producten.
- Het besteltraject is efficiënt opgezet. Je hoeft je bestellingen niet te faxen (wie heeft ‘m überhaupt nog?) of door te bellen. Gewoon bestellen via je eigen bestelsysteem is veel sneller (en voorkomt fouten).
Wie zegt "ik ga even wat boodschappen inslaan", gaat inkopen doen. Dat kost nu eenmaal geld, dat je vervolgens niet aan iets anders kunt besteden. Zo simpel is het in de catering ook. Maar wat is 'inslag' nu precies?
Het begrip inslag kan in het algemeen twee betekenissen hebben:
- De inslag van een bepaald gerecht of een bepaalde drank; men noemt dit ook wel grondstofkostprijs of ingrediëntenkostprijs.
- Het grondstoffenverbruik in een bepaalde periode voor het gehele assortiment.
Bruto verkoopprijs
Hoe komen de prijzen tot stand?
Achter de schermen werkt de afdeling Inkoop samen met andere afdelingen (zoals Kwaliteit) en leveranciers om het bestelproces te optimaliseren. Zo zorgen ze dat voor jou en je collega's duidelijk is welke ingrediënten je nodig hebt. Tevens wordt vastgesteld wat de verkoopprijzen zijn. We nemen je even mee in een aantal belangrijke begrippen en cijfertjes:
Bruto verkoopprijs
Deze bestaat uit de volgende onderdelen:
- Kostprijs
De totale kosten die gemaakt worden voor het produceren of leveren van een product of dienst. Dit is inclusief derving en verwerkingskosten.
De kostprijs van een broodje gezond bestaat dus niet alleen uit de inslag van de ingredienten, maar ook uit indirecte kosten zoals derving en arbeid. Het broodje moet immers door mensen worden gemaakt. - Brutowinstmarge
De winstmarge van de omzet exclusief btw. De brutowinstmarge geeft dus aan wat overblijft van de omzet als het bedrijf de kostprijs heeft betaald.
Als een broodje gezond wordt verkocht voor € 4,48 excl. btw en de kostprijs is € 2,40 dan is de brutowinstmarge € 2,08 - Btw
De btw is omzetbelasting ofwel belasting toegevoegde waarde. Iedereen die iets koopt, betaalt een prijs waarin de belasting toegevoegde waarde is inbegrepen.
Als iemand een broodje gezond koopt, is dat broodje belast met 9% btw; het bedrag van € 4,75 dat aan de kassa wordt betaald bevat dus € 0,39 omzetbelasting.
De verkoper (in dit geval de cateringorganisatie) draagt deze belasting later weer af aan de belastingdienst.
De btw is omzetbelasting ofwel belasting toegevoegde waarde. Elke consument die iets koopt, betaalt een prijs waarin de belasting toegevoegde waarde is inbegrepen.
Het algemene btw-tarief in Nederland is 21%. Daarnaast bestaan twee bijzondere tarieven: het 9%-tarief en het 0%-tarief (nultarief). Het 9%-tarief geldt voor goederen en diensten waarvan de overheid wil dat ze voor iedereen toegankelijk zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om eerste levensbehoeften zoals voedsel. Vandaar dat een broodje gezond belast is met 9% btw. De meeste goederen en diensten zijn belast met 21% btw. Dit geldt ook voor alcoholische dranken.
Kortom:
- btw laag = 9% Dit tarief geldt voor eten en niet-alcoholhoudende dranken.
- btw hoog = 21% Dit tarief geldt voor vrijwel alle andere goederen en diensten en alcoholische dranken.
Verkoopprijs berekenen
1 en 1 is 3
‘Twee halen, één betalen!’ Altijd lekker als bijvoorbeeld je favoriete shampoo in de aanbieding is. Maar echt gratis krijg je het natuurlijk niet. Jij zou je producten of diensten toch ook niet gratis weggeven? Met zo’n mooie ‘twee-voor-de-prijs-van-één-aanbieding’ krijg je als verkoper wel minder marge, maar maak je nog zeker winst. Alleen een stuk minder.
Laten we eens kijken hoe een verkoopprijs in cateringland tot stand komt en waar de winst te halen is.
De meeste cateraars werken met een van de twee volgende methodes om de verkoopprijs te bepalen:
1. Vaste verrekenprijs-methode:
De vaste verrekenprijs (vvp) is een schatting van de gemiddelde inkoopprijs inclusief de geschatte kosten voor derving en verwerking. Met deze methode om de kostprijs te berekenen, verhoog je de vaste verrekenprijs met een commerciële opslag. Deze opslag wordt uitgedrukt in een percentage.
2. Foodcost-methode:
De kosten van gerechten worden uitgedrukt met de term ‘foodcost’. Bij het berekenen van de verkoopprijs, zet je de verkoopprijs op 100 procent, want dit is het bedrag dat je van de gast wil krijgen. De verkoopprijs bestaat dan uit de foodcost en de brutowinstmarge die vooraf in een percentage is vastgesteld.
Het verschil tussen beide methodes is dat je bij de eerste van een percentage van de inkoopprijs uitgaat voor de kosten van de derving en de verwerking. Bij de tweede stel je een prijs vast voor derving en verwerking en geen vast percentage.
VVP en Foodcost
En nu in cijfers!
Je weet nu welke methodes er zijn om de verkoopprijs te berekenen. Tijd om de cijfers erbij te pakken. Want daar doen we het immers voor.
Vaste verrekenprijs-methode
Stap 1: Pak de Inkoopprijs.
Stap 2: Vermeerder dit met de vastgestelde opslag voor derving en eventuele verwerkingskosten.
Stap 3: Vermeerder dit bedrag met de commerciële opslag (brutowinstmarge) die je nodig hebt om winst te maken.
Stap 4: Bereken over dit bedrag 9% btw. Dan heb je de verkoopprijs volgens de vaste verrekenprijsmethode berekend.
Bijvoorbeeld blikje frisdrank:
Inkoop: € 1,00
+ Vastgestelde opslag derving en verwerkingskosten: 5%
= 1,05
+ Commerciële opslag: 25 % over € 1,05= € 0,27
= € 1,32
+ 9% btw over € 1,32 = € 0,12
= Verkoopprijs inclusief btw: € 1,44
Foodcost-methode
Stap 1: Bereken de foodcost: inkoopprijs ingrediënten + derving + verwerkingskosten.
Stap 2: Vermeerder dit met de winstmarge.
Stap 3: Bereken over dit bedrag 9% btw. Dan heb je de verkoopprijs volgens de foodcost-methode berekend.
Bijvoorbeeld smoothie:
Inkoop ingrediënten exclusief btw: € 1,00
+ Derving: € 0,10
+ Verwerkingskosten € 0,30
= Kostprijs: € 1,40 (dit is 40 % van de verkoopprijs, want je weet dat de brutowinst op 60% is gesteld)
Brutowinst is 60%: € 2,10 (€ 1,40 : 40 X 60 = € 2,10)
= Verkoopprijs exclusief btw: € 3,50
+ Btw 9 % btw over € 3,50
= Verkoopprijs inclusief btw: € 3,82
Is de winst zo makkelijk binnen?
Nee. Van de brutomarge moeten ook nog de indirecte kosten betaald worden. Wat dan overblijft is winst. Maar als de brutomarge daalt, daalt dus ook de winst. Dit kan veroorzaakt worden door:
- Veel korting
- Foute inkoop
- Dalende verkoopprijzen
Voorraadbeheer
“Ik kijk even in het magazijn”
Voorraden kosten geld. Maar een leeg magazijn is ook geen optie, want je wilt geen ‘nee’ verkopen aan je gasten. Het is dus de uitdaging om voorraden zo klein mogelijk te houden. Door elke maand de voorraadtelling te doen krijg je inzicht in het verbruik van producten en de schommelingen door het jaar heen (je verkoopt in de zomer bijvoorbeeld veel meer ijs dan in de winter).
Bij de binnenkomst van de bestelling is het belangrijk om goed te controleren of alles klopt met wat op de pakbon staat. Je registreert op de pakbon of alles klopt en je bewaart deze goed voor de administratie. Soms komt het voor dat een besteld product niet geleverd wordt of dat je een product niet accepteert (omdat er bijvoorbeeld een gat in de verpakking zit). Schrijf dit altijd duidelijk op de pakbon. Anders moet je misschien betalen voor iets dat je niet hebt gekregen of van onvoldoende kwaliteit was.
Vanaf het moment dat de goederen geleverd worden, ga jij ervoor zorgen dat er geen besmetting plaatsvindt. Bij de ontvangst en opslag van goederen moet je daarom het volgende doen:
- Controleer van de goederen de verpakking, versheid, temperaturen, etiketten en t.h.t-datum.
- Goederen die niet aan de eisen voldoen, accepteer je niet.
- Sla de goederen (snel) op de juiste plaats op (staat vermeld op de verpakking): koeling, magazijn of vriezer.
- Zet de droge kruidenierswaren in het (schone en goed geventileerde) magazijn.
- Sla geen producten op de grond op.
- Houd reinigings- en desinfectiemiddelen in een aparte ruimte of afgesloten kast.
- Werk volgens het FIFO-principe: wat het eerste binnen kwam, moet er als eerste weer uit.
- Sla goederen zo snel mogelijk na ontvangst op in koelingen en vriezers.
- Houd rauwe en bereide producten gescheiden, ook tijdens de route naar de opslag.
Wist je dat er in de cateringsector naar schatting 15 tot 40% van de producten uiteindelijk wordt weggegooid? Dit wordt voedselverspilling genoemd. Veel van het voedsel dat weggegooid wordt zijn ‘verse producten’ – ingrediënten die nog niet bewerkt zijn, maar door een slecht inkoopproces en voorraadbeheer verwaarloosd worden. Voedselverspilling kost de cateraar handenvol geld. Tenslotte staat tegenover elke gram voedsel dat wordt weggegooid, een zekere inkoopwaarde. Zonde dus!
Ook bij het distributiecentrum van een leverancier kan er weleens wat misgaan. Denk dus nooit ‘het zal allemaal wel kloppen’. Een ingangscontrole is noodzakelijk.
- Kijk naar de verpakking: is deze heel, onbeschadigd en schoon?
Als verpakkingen geopend zijn, dan heeft dat ook impact op de t.h.t-datum. - Check de t.h.t.-datum.
De fabrikant geeft een t.h.t.-datum af voor producten die in de originele verpakking zitten en onder de juiste condities worden opgeslagen. Zodra een verpakking van bepaalde producten geopend is, is het product nog maar beperkt houdbaar (dit staat dan op het etiket). - Check de temperatuur: voor gekoelde producten moet deze beneden 7 graden zijn, voor diepvriesproducten onder de -18 graden.
- Wees bij versproducten alert op ongedierte, verkleuring, schimmel, verlepte bladeren enzovoorts.
Wat kun je doen tegen voedselverspilling?
Meer weten over ingangscontrole van goederen? Lees de module over kwaliteit uit OCC-B (nog) eens door!
Kassahandeling en controle
Tot op de laatste (vijf)eurocent
Hoeveel kassa’s en kassasystemen heb jij al gezien in je carrière? Er zijn elk jaar weer nieuwe ontwikkelingen in de wereld van betaalsystemen. Had je tien jaar geleden kunnen denken dat mensen hun eigen producten zouden aanslaan en afrekenen? Of dat je kunt betalen met een vingerafdruk? Contactloos pinnen? Betalen met een mobieltje? De technische mogelijkheden zijn eindeloos.
Tegenwoordig zijn vrijwel alle kassa’s voorgeprogrammeerd. Dit verkleint de kans op foute aanslagen. Het komt gelukkig nauwelijks voor dat je per ongeluk € 35,- euro aanslaat voor een broodje in plaats van € 3,50. Gat het dan altijd goed? Nee, was het maar waar. Iemand kan nog steeds per ongeluk op de toets van broodje X drukken, terwijl de gast het duurdere broodje Z op zijn dienblad heeft liggen. Of andersom. Blijven opletten dus.
Je bent verplicht om een goede kasadministratie bij te houden, vanwege de verplichte afdracht van btw. Zeker als er sprake is van contante betalingen, zullen kascontroles uitgevoerd moeten worden. Jouw kassa is aangesloten op het systeem van je cateraar, zodat zij met een druk op de knop kunnen zien welke gegevens zijn ingevoerd. Dus als iedereen doet wat hij moet doen, loopt alles op rolletjes!
Doordat er steeds minder met contact geld wordt betaald in de bedrijfsrestaurants, is de kans op fraude door diefstal van geld een stuk kleiner geworden. Maar er kan nog steeds gefraudeerd worden, bijvoorbeeld doordat een gast of een collega producten bewust niet aanslaat.
Het is heel belangrijk dat jij als beheerder laat zien dat je alert bent op fraude en fouten bij het afrekenen. Elke cateringorganisatie heeft eigen regels voor het werken met en aan de kassa, het is aan jou om deze regels goed na te leven.
Hoe krijg je het team mee?
Iedereen aan de bak!
Het kan je niet ontgaan zijn: je verantwoordelijk voelen voor het rendement is niet iets alleen van de leidinggevende, maar gaat het hele team aan. Het is dus voor jou belangrijk om deze noodzaak op een prettige en opbouwende manier over te brengen op je team.
Dus niet: ”Oh help, de gemiddelde besteding loopt terug! Jullie moeten echt beter gaan verkopen!”
Maar: “Kijk eens met me mee naar de rapportage. Wat zien jullie? ….. En wat kunnen we doen om verbetering aan te brengen?”
Maar goed, méér verkopen dus. Dat is makkelijk gezegd, maar is het ook makkelijk gedaan?
De volgende tips gaan jou en je team zeker helpen:
- Zet de gast centraal.
Gastgerichtheid is de beste manier om te verkopen: maak contact met je gast en verdiep je in zijn of haar wensen. Jij koopt toch ook liever in een winkel met vriendelijke en behulpzame medewerkers? - Weet wat je verkoopt.
Verdiep je in wat je verkoopt, proef nieuwe producten en zorg dat je een klant goed kunt informeren over de ingrediënten of een vervangend product. - Durf!
Actief verkopen doe je niet door achter de counter weg te duiken, maar door een gast te attenderen op jullie heerlijke producten.
Klachtenprocedure
Hoera, een klacht!
Een klacht ontstaat als een product of dienst niet voldoet aan de eisen, wensen of verwachtingen van de gast of de opdrachtgever. Wie bepaalt of een klacht terecht is? Ga ervan uit dat alle klachten terecht zijn, de gast is ontevreden en daar wil je graag wat aan doen. Het is van belang dat alle klachten die binnen komen, volgens procedure worden ontvangen, behandeld en afgehandeld én geregistreerd worden.
Elke cateringorganisatie heeft een klachtenprocedure. Deze procedure zorgt voor een professionele behandeling van klachten, maar geeft ook waardevolle feedback aan de cateringorganisatie. In een klachtenprocedure zit namelijk ook verwerkt dat alle klachten gedocumenteerd en verzameld worden. Een organisatie kan dan naar de grote lijnen kijken en eventueel aanpassingen doen waar meerdere locaties en gasten van kunnen profiteren.
Ga jij altijd op de juiste manier om met klachten? Check de valkuilen en tips.
Meer weten over het omgaan met klachten? Lees de module over communicatie en klachtenbehandeling uit OCC-B (nog) eens door!